Proto-Indo-Europees: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 29:
Aangezien er geen letter van het PIE is overgeleverd in teksten, kan de taal alleen maar worden gereconstrueerd met een bepaalde marge van onzekerheid. Dit gebeurt in de eerste plaats met behulp van de [[Vergelijkende methode (taalkunde)|vergelijkende methode]], die probeert een gemeenschappelijke vorm te vinden van waaruit de verschillende klanken en woorden van de latere talen zijn ontstaan.
Zo kent elke vertakking van het Indo-Europees haar eigen regels omtrent het veranderen van de klankinventaris van de taal
Voor de reconstructie van het PIE zijn niet alle Indo-Europese talen even nuttig gebleken. Talen waarvan al heel vroeg geschreven bronnen teruggevonden zijn, zoals het [[Sanskriet]], [[Grieks]] en [[Hettitisch]], of talen die weinig veranderingen ondergaan hebben, zoals de [[Baltische talen]], zijn van groter belang dan bijvoorbeeld het [[Albanees]] of het [[Afrikaans]]. Wel is het zo dat sommige talen het ene kenmerk beter behouden hebben dan het andere. Baltische talen hebben bijvoorbeeld de [[verbuiging]]suitgangen goed bewaard, [[Germaanse talen]] juist de [[ablaut]] in de [[vervoeging]] van werkwoorden, de scheiding tussen basis- en afgeleide werkwoorden (in de vorm van [[Sterk werkwoord|sterke]] en [[zwak werkwoord|zwakke]] werkwoorden) en (indirect) de accentwisselingen. Het [[Oudgrieks]] en [[Sanskriet]] hebben het [[Aspect (taalkunde)|aspectsysteem]] van de werkwoorden behouden
== Klankinventaris ==
|