Macrinus (keizer): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
JRB (overleg | bijdragen)
JRB (overleg | bijdragen)
Regel 74:
De onbekende auteur van de vita (levensbeschrijving) van Macrinus in de [[Late Oudheid|Laat antieke]] ''[[Historia Augusta]]'' nam de negatieve oordelen van de tijdgenoten van de keizer over. Het verhaal werd zelfs nog aangedikt met verschillende fictieve gegevens. De vita van Macrinus wordt in termen van bronwaarde wel beschouwd als een van de slechtste keizersbiografieën in de ''Historia Augusta''.<ref>{{aut|Robert Turcan}} (uitgever): ''Histoire Auguste, Band 3, deel 1: ''Vies de Macrin, Diaduménien, Héliogabale'', Parijs 1993, blz. 3-13.</ref> Er wordt beweerd dat Macrinus zowel wat betreft gedrag als uiterlijk weerzinwekkend zou zijn geweest: een meedogenloze, arrogante, zich aan luxe overgevende en door zijn wreedheid, berucht mens.<ref>''Historia Augusta'', Macrinus 2, 1; 4, 1; 5, 5; 5, 8-9; 8, 4; 12, 1-10; 13, 3-4; 14.1. Zie {{aut|
Asko Timonen}}.''Cruelty and Death. Roman Historians’ Scenes of Imperial Violence from Commodus to Philippus Arabs'', Turku 2000, blz. 127-131.</ref> Onder verwijzing naar een vermeende uitspraak van [[Aurelius Victor]], vermeldt de ''Historia Augusta'' dat Macrinus oorspronkelijk een keizerlijke slaaf was geweest, die als mannelijke prostituée had gewerkt. Keizer Septimius Severus had de voor niks deugende slaaf echter naar Noord-Afrika gestuurd. De geloofwaardigheid van deze informatie is zeer onzeker. Volgens een andere overlevering was Macrinus [[gladiator]] en jager geweest.<ref> ''Historia Augusta'', Macrinus 4, 1-6.</ref> Daarnaast bevat de ''Historia Augusta'' informatie over de vrouw van Macrinus, die Nonia Celsa zou hebben geheten, en die vanwege haar vermeende immoraliteit belachelijk wordt gemaakt. Al deze informatie - ook de naam - is waarschijnlijk uit de lucht gegrepen.<ref>{{aut|Elisabeth Wallinger}}: ''Die Frauen in der Historia Augusta'', Wenen 1990, blz. 117–119.</ref>
 
Ten tijde van het [[renaissance-humanisme]] vertrouwde men de weergave in de ''Historia Augusta'' nog. Zo beschreef de 14e eeuw auteur [[Benvenuto da Imola]] keizer Macrinus als een wrede, bloeddorstige, met alle ondeugden behepte, voormalige slaaf.<ref>{{aut|Benvenuto da Imola}}: ''Liber Augustalis''. In: ''Francisci Petrarchae (...) opera quae extant omnia'', volume 1, Bazel 1554, blz. 575-590, hier: blz. 578</ref>.
 
Het moderne wetenschappelijk onderzoek heeft het overgeleverde beeld van Macrinus kritisch beschouwd en is tot een evenwichtiger beeld gekomen. [[Alfred von Domaszewski]] meende in 1909 dat Macrinus een "redelijk man" met lovenswaardige bedoelingen was geweest, maar als militair leider ongeschikt en "op geen enkele wijze" tegen zijn taak opgewassen.<ref> {{aut|Alfred von Domaszewski}}: ''Geschichte der römischen Kaiser'', deel 2, Leipzig 1909, blz. 270-271.</ref> Op soortgelijke wijze oordeelde Hans-Georg Pflaum in 1960.<ref> {{aut|Hans-Georg Pflaum}}: ''Les carrières procuratoriennes équestres sous le Haut-Empire romain'', deel 2, Parijs 1960, blz. 672 </ref> Alfred Heuss was in 1960 van mening dat Macrinus "op zich een deugdzaam mens" was geweest.<ref> {{aut|Alfred Heuss}}: ''Römische Geschichte'', Braunschweig 1960, blz. 351</ref> Hermann Bengtson stelde in 1973 vast dat Macrinus "zonder twijfel de beste bedoelingen had" <ref>{{aut|Hermann Bengtson}}: ''Römische Geschichte'', München 1973, blz. 327</ref> In 1988 wordt Macrinus door Karl Christian beschreven als "dat wat men een rechtschapen mens noemt".<ref>{{aut|Karl Christian}}: ''Geschichte der römischen Kaiserzeit'', München 1988 (6e editie München 2009), blz. 625.</ref>
 
{{Appendix}}