Keizer Karel VII Albrecht: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 50:
Karel Albert was de zoon van keurvorst [[Maximiliaan II Emanuel van Beieren|Max Emanuel]] en diens tweede gemalin [[Theresia Kunigunde Sobieska]], dochter van [[Jan Sobieski]]. Hij werd geboren te [[Brussel (stad)|Brussel]] toen zijn vader landvoogd van de [[Spaanse Nederlanden]] was. In diens strijd tegen [[Habsburgse Monarchie|Oostenrijk]] werd hij gevangengenomen en daarna samen met zijn broers als ''graaf van Wittelsbach'' te [[Klagenfurt]] en later in [[Graz]] opgevoed. Na zijn vrijlating in [[1715]] maakte hij reizen en voerde hij in [[1717]] het bevel over Beierse hulptroepen in de [[Oostenrijks-Turkse Oorlog 1716-1718]]. Hij huwde in [[1722]] met [[Maria Amalia van Oostenrijk (1701-1745)|Maria Amalia]], dochter van [[keizer Jozef I]], die daarbij echter afstand deed van haar aanspraken op de Oostenrijkse successie.
 
Na de dood van zijn vader in [[1726]] besteeg hij de Beierse troon. Hij voerde een pro-Oostenrijkse politiek en steunde Jozefs opvolger [[keizer Karel VI|Karel VI]] in de [[1738Russisch-Turkse Oorlog (1735-1739)]] opnieuw tegen de Turken. In [[1732]] trok hij echter - evenals [[August III van Polen|Frederik August van Saksen en Polen]], die was gehuwd met Jozefs oudste dochter [[Maria Josepha van Oostenrijk (1699-1757)|Maria Josepha]] - zijn erkenning van de door Karel VI uitgevaardigde [[Pragmatieke Sanctie (1713)|Pragmatieke Sanctie]] in. Volgens deze beschikking zou Karel VI worden opgevolgd door zijn dochter [[Maria Theresia van Oostenrijk (1717-1780)|Maria Theresia]].
 
Na de dood van Karel VI in [[1740]] brak dan ook de [[Oostenrijkse Successieoorlog]] uit, waarin Karel Albert, samen met [[Frederik II van Pruisen]] - die zijn oog op [[Silezië]] had laten vallen - en de Habsburgse erfvijand [[Frankrijk]], de troonsbestijging van Maria Theresia bestreed. Hij sloot in [[1741]] met Frankrijk het [[Verdrag van Nymphenburg]], waarbij hem de keizerskroon, Oostenrijk en [[Bohemen]] beloofd werden. Hij viel hierop Oostenrijk binnen en liet zich als aartshertog huldigen. Daarna trok hij Bohemen binnen, waar hij op [[25 november]] [[Praag]] veroverde en zich tot koning liet kronen.