Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
groot stuk herschreven
Regel 1:
Het '''Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid''' (GBVB) is het buitenlands en defensiebeleid van de EU ten opzichte van de buitenwereld.
Beslissingen in de [[Raad van de Europese Unie]] moeten genomen worden met [[unanimiteit]] tussen de lidstaten, maar eens akkoord kunnen bepaalde aspecten verder beslist worden met [[gekwalificeerde meerderheid]].
DeBuitenlands coördinatiebeleid vanwordt devoorgezeten GBVBen isvertegenwoordigd in handen vandoor de [[Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid|Hoge Vertegenwoordiger]] voor het GBVB. Op 1 december 2009 nam [[Catherine Ashton]] deze post over van [[Javier Solana]], die sinds 1999 Hoge Vertegenwoordiger was. Het GBVB komt hoofdzakelijk tot uiting in het geven van verklaringen over bijvoorbeeld mensenrechtensituaties en verkiezingsprocessen. De laatste jaren krijgt het beleid ten aanzien van defensiemissies steeds meer handen en voeten.
 
==Geschiedenis==
De samenwerking in het GBVB viel voor de inwerktreding van het [[Verdrag van Lissabon]] onder de tweede [[Pijlerstructuur van de Europese Unie|pijler]] van de [[Europese Unie]]. De tweede pijler werd opgericht met het [[Verdrag van Maastricht]] (1992), werd verder verfijnd in het [[Verdrag van Amsterdam]] (1997), en verving de voorheen bestaande [[Europese Politieke Samenwerking]] (EPS).
===1957 - 1993===
Samenwerking in internationale handelsbesprekingen, in het kader van de gemeenschappelijke handelspolitiek, dateren al sinds de oprichting van de [[Europese Gemeenschap]] in 1957.<ref> {{cite web | title = gekwalificeerde meerderheid:. Gemeenschappelijke handelspolitiek | url = http:// ec.europa.eu/archives/igc2000/geninfo/fact-sheets/fact-sheet6/index_en.htm | accessdate = 2007-09-03 | publisher = De Europese commissie}} </ref> Het GBVB zelf heeft zijn oorsprong in de vorming van de [[Europese Politieke Samenwerking]] (EPC) in 1970.<ref name="EPC"> {{cite web | url = http://europa.eu/scadplus/glossary/european_political_cooperation_en . htm | title = Europese politieke samenwerking (EPS) | accessdate = 2007-09-03 | publisher = De Europese Commissie | werk = Europa Woordenlijst}} </ref> Europese Politieke samenwerking was een informeel overleg tussen de lidstaten op buitenlands beleid, met als doel het creëren van een gemeenschappelijke benadering van het buitenlands beleid en de bevordering van zowel de eigen belangen van de EG en die van de [[internationale gemeenschap]] als geheel. Dit geldt ook voor het bevorderen van internationale samenwerking, respect voor de mensenrechten, de democratie en de [[rechtsstaat]].<ref> Artikel 11 van het Verdrag van Maastricht. </ref>
 
===1993 Werking- 2009===
DeVan samenwerking1993 intot het GBVB2009 viel voor de inwerktreding van het [[Verdrag van Lissabon]]GBVB onder de tweede [[Pijlerstructuur van de Europese Unie|pijler]] van de [[Europese Unie]]. De tweede pijler werd opgericht met het [[Verdrag van Maastricht]] (1992), werd verder verfijnd in het [[Verdrag van Amsterdam]] (1997), en verving de voorheen bestaande [[Europese Politieke Samenwerking]] (EPS).
De coördinatie van de GBVB is in handen van de [[Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid|Hoge Vertegenwoordiger]] voor het GBVB. Op 1 december 2009 nam [[Catherine Ashton]] deze post over van [[Javier Solana]], die sinds 1999 Hoge Vertegenwoordiger was. Het GBVB komt hoofdzakelijk tot uiting in het geven van verklaringen over bijvoorbeeld mensenrechtensituaties en verkiezingsprocessen. De laatste jaren krijgt het beleid ten aanzien van defensiemissies steeds meer handen en voeten.
 
In de tweede pijler hadden de [[Europese Commissie]] en de EU-lidstaten beide het recht van initiatief. Voor besluiten over gemeenschappelijke strategieën iswas unanimiteit in de [[Raad van de Europese Unie|Raad van ministers]] vereist. Bij meer uitvoeringsgeoriënteerde besluiten was een [[gekwalificeerde meerderheid]] in de Raad nodig. Lidstaten konden zich ook onthouden van stemming ('constructieve onthouding').
Het [[Verdrag van Lissabon]] heeft de functie van Hoge Commissaris voor het GBVB en de functie van [[Europese Commissie|Europees Commissaris]] voor Externe Relaties gefuseerd. De Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid is tevens vicevoorzitter van de [[Europese Commissie]] en voorzitter van de [[Raad van de Europese Unie|Raad van Ministers]] van Buitenlandse Zaken.
 
In de tweede pijler hadden de [[Europese Commissie]] en de EU-lidstaten beide het recht van initiatief. Voor besluiten over gemeenschappelijke strategieën is unanimiteit in de [[Raad van de Europese Unie|Raad van ministers]] vereist. Bij meer uitvoeringsgeoriënteerde besluiten was een [[gekwalificeerde meerderheid]] in de Raad nodig. Lidstaten konden zich ook onthouden van stemming ('constructieve onthouding').
 
Als een belangrijk nationaal belang in het geding was konden lidstaten verhinderen dat tot besluitvorming met een gekwalificeerde meerderheid werd overgegaan. Met gekwalificeerde meerderheid kon dan besloten worden de zaak aan de [[Europese Raad]] voor te leggen. In de Europese Raad was vervolgens unanimiteit nodig.
 
Het [[Europees Parlement]] had nauwelijks een rol in de formele besluitvorming in de tweede pijler. Wel moest de voorzitter van de Raad het EPEuropees Parlement raadplegen over de belangrijkste aspecten van het GBVB en erop toezien dat de opvattingen van het EPEuropees Parlement naar behoren in aanmerking worden genomen. Het [[Europees Hof van Justitie]] had in het geheel geen rol in de tweede pijler.
 
=== Zie2009 ook- heden ===
De [[Verdrag van Lissabon]], dat van kracht werd in december 2009, bracht een einde aan de pijlersysteem. Zo eindigde aldus de status van het GBVB als pijler. Bovendien creëerde het Verdrag van Lissabon, in een poging om meer coördinatie en samenhang in het buitenlands beleid van de EU te waarborgen, een ''[[Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid]]''. De functie van Hoge Commissaris voor het GBVB en de functie van [[Europese Commissie|Europees Commissaris]] voor Externe Relaties werden daarvoor gefuseerd. De Hoge Vertegenwoordiger is tevens vicevoorzitter van de [[Europese Commissie]] en voorzitter van de [[Raad van de Europese Unie|Raad van Ministers]] van Buitenlandse Zaken. Sinds december 2011 is de Hoge Vertegenwoordiger ook verantwoordelijk voor de [[Europese dienst voor extern optreden]] (EDEO), die ook werd gecreëerd door het Verdrag van Lissabon.
* [[Catherine Ashton]], de huidige Hoge Vertegenwoordiger.
* [[Pijlerstructuur van de Europese Unie]]
* [[Politiële en Justitiële Samenwerking in Strafzaken]]
 
== Tijdlijn ==
Regel 31:
{{Appendix|1=alles|2=
* {{Bronvermelding parlement.com}}
===Referenties===
{{references}}
}}