Jozef Cardijn: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Bart Versieck (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
uitbreiding
Regel 7:
| paus = [[paus Paulus VI]]
| datum = [[22 februari]] [[1965]]
| aartsbisdom = Tusuro (titulair)
| titeldiakonie = 1965-1967: [[San Michele Arcangelo]]
| titelkerk =
Regel 18:
 
==Leven en werk==
Cardijn was afkomstig uit een middenstandsfamilie uit [[Halle (Vlaams-Brabant)|Halle]]. Zijn vader, Hendrik Cardijn, was eerst conciërge en koetsier, en legde zich later toe op de handel in steenkool. Zijn moeder, Louise Van Dalen, was een diepgelovige vrouw die haar vier kinderen in dezelfde geest opvoedde.
Cardijn studeerde in 1901 af aan het Klein Seminarie in [[Mechelen (stad)|Mechelen]] en werd aldaar in 1906 tot priester gewijd. In 1912 werd hij benoemd tot [[kapelaan]] aan de [[Onze-Lieve-Vrouwekerk (Laken)|Onze-Lieve-Vrouweparochie]] van [[Laken (België)|Laken]], en in 1915 werd hij tevens benoemd tot 'directeur van de sociale werken' in Brussel. Als zodanig was hij in 1924 de oprichter van een [[Vlaanderen|Vlaamse]] landsbond onder de naam Kristene Arbeidersjeugd, naast de [[Jeunesse ouvrière Chrétienne|JOC]]. Door de pauselijke [[encycliek]] [[Rerum Novarum]] uit [[1891]], door zijn bewondering voor priester [[Pieter Daens|Daens]] en door zijn contacten met arbeidersbewegingen in binnen- en buitenland geraakte hij bewogen om ook iets voor de Belgische (jonge) arbeiders te doen.
 
Cardijn studeerde in 1901 af aan het Klein Seminarie in [[Mechelen (stad)|Mechelen]] en werd aldaar in 1906 tot priester gewijd door [[Désiré-Joseph Mercier|aartsbisschop Mercier]]. Hij kreeg de toestemming om verder Politieke en Sociale wetenschappen te studeren aan de [[Katholieke Universiteit Leuven]], bij onder meer [[Simon Deploige]] en [[Victor Brants]]. Na een jaar van studie waarin hij in contact kwam met de arbeidersbeweging, werd hij door Mercier benoemd tot leraar in het Kleinseminarie van [[Neerwaver]].
Na een onderhoud met [[Paus Pius XI]] in [[1925]] werd zijn beweging als ''katholieke actie voor de arbeidersjeugd'' officieel erkend, en werd hij er de eerste [[Proost (ambt)|proost]] van. In [[1930-1939|de jaren dertig]] keurde hij het [[rexisme]], het [[communisme]] en het [[socialisme]] af. In 1940 telden de vier takken van de christelijke arbeidersjeugd (KAJ, VKAJ, JOC en JOCF) al 148 [[Propaganda (communicatie)|propagandisten]] en 34 bedienden, goed voor 66.000 aangesloten jongeren.
 
Cardijn studeerde in 1901 af aan het Klein Seminarie in [[Mechelen (stad)|Mechelen]] en werd aldaar in 1906 tot priester gewijd. In 1912 werd hij benoemd tot [[kapelaanonderpastoor]] aan de [[Onze-Lieve-Vrouwekerk (Laken)|Onze-Lieve-Vrouweparochie]] van [[Laken (België)|Laken]], en in 1915 werd hij tevens benoemd tot 'directeur van de "sociale werken'" in Brussel. Als zodanig was hij in 1924 de oprichter van een [[Vlaanderen|Vlaamse]] landsbond onder de naam Kristene Arbeidersjeugd, naast de [[Jeunesse ouvrière Chrétienne|JOC]]. Door de pauselijke [[encycliek]] [[Rerum Novarum]] uit [[1891]], door zijn bewondering voor priester [[Pieter Daens|Daens]] en door zijn contacten met arbeidersbewegingen in binnen- en buitenland geraakte hij bewogen om ook iets voor de Belgische (jonge) arbeiders te doen.
Tijdens de [[Tweede Wereldoorlog]] werd Cardijn in juni 1942 samen met zijn hulpaalmoezenier en de voorzitters van KAJ en JOC opgepakt, en gedurende drie maanden gevangengezet. Na die oorlog bouwde hij zijn beweging internationaal uit (in 80 verschillende landen). Zo kwam er een [[Internationaal Bureau voor de Christelijke Arbeidersjeugd]], de latere [[IKAJ]]. In 1945 maakte Cardijn een eerste reis naar [[Latijns-Amerika]]. In 1957 volgde een eerste wereldcongres, in [[Rome (stad)|Rome]]. Daar werd Cardijn door de Heilige Stoel tot 'internationaal proost' benoemd.
 
Na een onderhoud met [[Paus Pius XI]] in [[1925]] werd zijn beweging als ''katholieke actie voor de arbeidersjeugd'' officieel erkend, en werd hij er de eerste [[Proost (ambt)|proost]] van. In [[1930-1939|de jaren dertig]] keurde hij het [[rexisme]], het [[communisme]] en het [[socialisme]] af. InHij 1940lag teldenaan de vier takkenbasis van de christelijkekerstbrief arbeidersjeugddie (KAJ,de VKAJBelgische bisschoppen in 1936 aan de gelovigen richtten, JOCwaarbij enhet JOCF)rexisme alen 148het [[Propaganda (communicatie)|propagandistenVNV]] werden veroordeeld, en 34waardoor bedienden,een goedsamenwerking voortussen 66.000het aangeslotenVNV jongeren.en de [[Katholieke Vlaamse Volkspartij|KVV]] werd opgeblazen.
Cardijn bezat een groot [[retorica|retorisch]] talent. Hij sprak zijn publiek al roepend toe, hevig gesticulerend en sterk wervend. Af en toe beging hij in al zijn enthousiasme een flater, zoals die keer toen hij het had over de "miljoenen en miljoenen Luxemburgers".
 
In 1940 telden de vier takken van de christelijke arbeidersjeugd (KAJ, VKAJ, JOC en JOCF) al 148 [[Propaganda (communicatie)|propagandisten]] en 34 bedienden, goed voor 66.000 aangesloten jongeren.
Op 22 februari 1965 nam paus Paulus VI hem op in het kardinaalscollege. Cardijn overleed op ruim 84-jarige leeftijd. [[Kardinaal Suenens]] ging voor in de begrafenisplechtigheid in de [[Nationale Basiliek van het Heilig Hart|basiliek van Koekelberg]], in aanwezigheid van [[Albert II van België|prins Albert]]. Hij werd begraven in de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Laken, waar ook de leden van de koninklijke familie hun laatste rustplaats hebben.
 
Tijdens de [[Tweede Wereldoorlog]] werd Cardijn in juni 1942 samen met zijn hulpaalmoezenier en de voorzitters van KAJ en JOC opgepakt, en gedurende drie maanden gevangengezet. Na die oorlog bouwde hij zijn beweging internationaal uit (in 80 verschillende landen). Zo kwam er een [[''Internationaal Bureau voor de Christelijke Arbeidersjeugd]]'', de latere [[IKAJ]]''Internationale Kristelijke Arbeidersjongeren'' (YCW). In 1945 maakte Cardijn een eerste reis naar [[Latijns-Amerika]]. In 1957 volgde een eerste wereldcongres, in [[Rome (stad)|Rome]]. Daar werd Cardijn door de Heilige Stoel tot 'internationaal proost' benoemd.
 
In 1957 volgde een eerste wereldcongres, in [[Rome (stad)|Rome]]. Daar werd Cardijn door de Heilige Stoel tot internationaal proost van de Internationale KAJ benoemd.
 
Cardijn bezat een groot [[retorica|retorisch]] talent. Hij sprak zijn publiek al roepend toe, hevig gesticulerend en sterk wervend. Af en toe beging hij in al zijn enthousiasme een flater, zoals die keer toen hij het had over de "miljoenen en miljoenen Luxemburgers".{{bron?|anecdote, liefst gestaafd door getuigenis|2014|07|21}}
 
In januari 1965 werd hij door [[paus Paulus VI]] benoemd tot titulair aartsbisschop van Tusuro en op 22 februari 1965 tot kardinaal gecreëerd.
 
Op 22 februari 1965 nam paus Paulus VI hem op in het kardinaalscollege. Cardijn overleed op ruim 84-jarige leeftijd. [[Kardinaal Suenens]] ging voor in de begrafenisplechtigheid in de [[Nationale Basiliek van het Heilig Hart|basiliek van Koekelberg]], in aanwezigheid van [[Albert II van België|prins Albert]]. Hij werd begraven in de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Laken, waar ook de leden van de koninklijke familie hun laatste rustplaats hebben.
 
Tijdens de verkiezing van [[de Grootste Belg]] eindigde kardinaal Cardijn op de 23e plaats.
Regel 36 ⟶ 46:
* [[Institut Cardijn]]
 
{{Appendix}}|1=alles|2=
* [http://www.odis.be/pls/odis/opacuvw.toon_uvw_2?CHK=PS_8083 Fiche op ODIS]
----
{{References}}
}}
{{commonscat|Joseph Cardijn}}
{{DEFAULTSORT:Cardijn, Jozef}}