Oostkolonisatie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Gerben1974 (overleg | bijdragen)
Gerben1974 (overleg | bijdragen)
Regel 26:
In het land van de [[Pruisen (volk)|Pruisen]], dat niet tot het Poolse koninkrijk behoorde, was wel sprake van kolonisatie op basis van militaire expansie. Daar vestigde de geestelijk-adellijke [[Duitse Orde]] zijn eigen staat en koloniseerde deze met boeren uit het noorden van Duitsland, de Nederlanden en [[Silezië]]. De laatsten waren de jonge generatie van eerdere kolonisten in Silezië waar een bevolkingsoverschot ontstond.
 
De kolonisten kwamen uit alle gebieden van het Heilige Roomse Rijk, dat het tegenwoordige Duitsland, Oostenrijk, Nederland en België omvatte. Wat het huidige Duitsland betreft kwamen ze vooral uit [[Westfalen (provincie)|Westfalen]] en [[Franken (gebied)|Franken]]. Friese, Hollandse en Vlaamse kolonisten werden geworven als inpolderaars en bedijkers langs de kusten en rivieren en in de delta’s van Elbe, Oder en [[Wisła (rivier)|Weichsel]]. Een concentratie van Vlamingen zocht een nieuw bestaan in de naar hun genoemde [[Fläming]], de landstreek tussen Berlijn en Dresden.
 
Een apart element in de kolonisatie was de verbreiding van het zogenaamde Duitse [[stadsrecht]]. De steden verbonden zich met grote steden in het westen zoals [[Lübeck]], [[Magdeburg (stad)|Maagdenburg]] en [[Neurenberg]] waaraan ze hun rechtsvormen ontleenden en die hen konden beschermen tegen feodale machtsaanspraken. Tot ver in [[Polen]], het [[Balticum]], [[Hongarije]] en [[Slowakije]] werd dit stadsrecht geschonken aan steden waar zich kolonisten vestigden.