Prithviraj Chauhan: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Robbot (overleg | bijdragen)
k Robotgeholpen doorverwijzing: Punjab - Koppeling(en) gewijzigd naar Punjab (gebied)
Regel 3:
 
==Levensloop==
Prithviraj III was lid van de [[Chahamana's|Chauhan- of Chahamanadynastie]] van Ajmer. Zijn grootvader, [[Vigraha Raja]], breidde het gebied van de dynastie van hun traditionele kerngebied in het noorden van [[Rajputana]] uit met gebied in het oosten van de Punjab en de stad [[Delhi (stad)|Delhi]] in het westen van [[Indisch subcontinent|Hindoestan]]. Vermoedelijk raakte Vigraha Raja daarbij in conflict met de [[Ghaznaviden]], de islamitische dynastie die de [[Punjab (gebied)|Punjab]] beheerste. Hij werd rond 1165 opgevolgd door Prithvirajs vader, [[Someshwar Chauhan]]. Prithvirajs moeder was volgens de traditionele overlevering een dochter van de radja van Delhi.
 
Rond 1177 kwam Prithviraj zelf, vermoedelijk als minderjarige, aan de macht. Chand beschrijft een liefdesaffaire met de dochter van de radja van [[Kannauj (stad)|Kannauj]] in detail. Daarnaast moet de jonge vorst rond 1182 een [[digvijaya]] (traditionele veroveringstocht van een hindoeïstisch heerser) hebben ondernomen. In het zuiden raakte hij daarbij in conflict met de [[Solankidynastie]] van [[Gujarat]] en in het oosten met de [[Chandeladynastie|Chandela's]] en [[Gahadavaladynastie|Gahadavala's]]. Later lijkt hij zijn militaire aandacht echter op de Punjab te hebben gericht, waar de Ghaznaviden ondertussen door de Afghaanse veldheer Muhammad Ghowri in het defensief waren gedrongen. Ghowri probeerde in 1179 met Prithviraj een bondgenootschap tegen Gujarat te sluiten, hetgeen Prithviraj weigerde. Ghowri's veldtocht tegen Gujarat liep uit op een mislukking. Er volgde een decennium waarin de twee heersers een ongemakkelijke vrede bewaarden.
 
Het duurde tot 1191 voor Muhammad Ghowri zich sterk genoeg voelde om Prithviraj direct aan te vallen. De binnenvallende [[Ghowriden]] werden echter verslagen in de [[Eerste Slag bij Tarain]], ongeveer 150 km ten noorden van Delhi. Volgens de overlevering zou Ghowri zelf zwaar gewond van het slagveld zijn gebracht, waarop zijn leger in paniek op de vlucht sloeg. In plaats van de achtervolging in te zetten liet Prithviraj zijn tegenstanders ontsnappen, mogelijk omdat in de hindoeïstische krijgsrituelen een dergelijke aftocht de onherroepelijke erkenning van de tegenstander als meerdere inhield. Ghowri werd echter niet belemmerd door dergelijke conventies, en keerde het volgende jaar terug met nieuwe versterkingen.
Regel 14:
Hoewel van beide kanten gedetailleerde beschrijvingen van de oorlog tussen Prithviraj III en Muhammad Ghowri bestaan, berusten die waarschijnlijk grotendeels op de fantasie van de schrijvers. Hindoeïstische bronnen beschrijven Ghowri als een onbetrouwbare leugenaar, terwijl Perzische geschiedschrijvers juist de heldhaftigheid van het Ghowridenleger benadrukken.
 
In sommige verhalen wordt Ghowri aanvankelijk gevangengenomen en na valse toezeggingen weer vrijgelaten. In het heldendicht van Chand Bardai brengt de gevangengenomen Prithviraj Ghowri zelfs een dodelijke wond toe, om daarna zelfmoord te plegen. Hoewel de historische Muhammad Ghowri 14 jaar na Prithviraj overleed, is deze legende wijdverspreid onder de Indiase bevolking. In 2004 probeerde zwendelaar [[Sher Singh Rana]] de publieke aandacht te trekken door te beweren Prithvirajs graf te hebben ontdekt bij de Afghaanse stad [[Kandahar (stad)|Kandahar]]. Gebruikmakend van de legende beweerde hij dat de lokale Afghaanse bevolking de gewoonte had het graf ritueel te onteren door er met een schoen op te slaan, als vergelding voor de moord op Muhammad Ghowri. Dit bracht onder hindoes enige consternatie teweeg. In 2014 wordt over Sher Singhs verhaal een film uitgebracht.
 
{{Appendix||2=