Harmonieleer: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 20:
Het bijvoeglijk naamwoord 'functionele' verwijst naar [[tonaliteit]] of tonale muziek. Tonaliteit en atonaliteit zijn relatieve termen die tegenover elkaar staan. Pas vanaf Schönberg, met de introductie van de vrije atonaliteit en de dodecafonie (1923), spreekt men van atonale muziek.
 
Tonaliteit, atonaliteit en functionaliteit zijn ook brede begrippen met elk een verschillende inhoudeninhoud. WanneerSpreken we spreken over de ''toonzettingprocedés'' (de onderlinge rekenkundige verhoudingen tussen verschillende tonen) dan focussen we ons bij de relatieve termen tonaliteit en atonaliteit in eerste instantie op de harmonie en/of melodie. De functionaliteit van tonale muziek is van een andere aard dan die van atonale muziek.
 
Tonale functionaliteit iswordt gekenmerkt door (een) toongeslacht(en), toonsoort(en) en toonaard(en), waarbij elke toonsoort (binnen een toongeslacht, zoals bijvoorbeeld het diatonische toongeslacht waarbij enkel hele en halve tonen worden gebruikt) getuigt van een onderlinge hiërarchie tussen de tonen. Elke toon heeft een functie t.o.v. de tonica (in de [[Gregoriaanse muziek]], 'finalis', genoemd)ook (ookvaak het 'tooncentrum' of 'spil' van de toonaard genoemd) en elkaar: voorop staat de tonica, de dominant heeft een overheersende functie ten opzichte van de tonica en de andere tonen, de leidtoon wil oplossen naar de tonica, enzenzovoorts.
 
WanneerSpreken we quain tonale muziek spreken over functionaliteit, dan linken wewordt de term functionaliteit automatisch aan de harmonische en/of melodische functies tonica, dominant, enzetc. gelinkt.
 
Tonale muziek staat voor wat tonaliteit (zelfstandig naamwoord) genoemd wordt. Maar in het jargon van de [[schriftuurleer]] (manier van notatie en schrijven binnen de muziektheorie) en de compositieleer onderscheidt men binnen tonaliteit zowel tonaal- als modaal-functionele harmonie en/of melodie. <br />Dit is Deze vaktaal, die menis niet terugvindtterug te vinden in het Nederlands woordenboek, tenzij dat daar ''tonaal'' (bn.) tegenover ''atonaal'' (bn.) wordt geplaatst. In hetHet jargon verbastert men soms tonaal-functioneel naartot 'tonaal' en modaal-functioneel naartot 'modaal'.
 
Bij tonaal-functionele harmonie krijgt de functionele dominant -tonicaverbinding tonica verbinding de voorrang. J.S. Bach heeftleverde op dit vlak baanbrekend werk geleverd: zelfs 'modale' cantus firmi kon hij tonaal- functioneel harmoniseren. In dergelijke muziek zien we veel [[tussendominant]]en. (symbool: TD). Dit is het invoegen van een dominantakkoord t.o.v. en voor een andere graad dan I. In de praktijkPraktisch komt dit neer op het gebruikmaken van een dominant van een andere toonaard. De verbinding V7V<sup>7</sup>- I met al haar mogelijke omkeringen staat voorop. Men spreekt hier wel van 'verrechtsingverrechtsen' want: de dominant bevindt zich in de kwintencirkel ''rechts'' van de tonica (het tooncentrum van de toonaard).
 
Bij modaal-functionele harmonie spreekt men van 'verlinksen' omdat de subdominant zich in de kwintencirkel links van de tonica bevindt en de relatie S-T (hoofdfuncties subdominant-tonica) primeertvoor gaat. In die zin spreken we ook van tussensubdominanten, zie bijvoorbeeld sommige muziek van J. Brahms.
 
Binnen de tonaal-functionele harmonie, zijn de '''hoofddrieklanken''' met de bijbehorende drie harmonische hoofdfuncties:
Regel 38:
 
Een meer uitgebreid harmonisch functieschema is:
:T : I VI III
:S : IV II (VI)
:D : V VII III
 
De Romeinse cijfers stellen de graden voor (de drieklanken). Het cijfer geeft de toontrap weer voor waarop het betreffende akkoord (hier de drieklank) is gebouwd. In het volgende onderdeel wordt dit nader verklaard.