Grammaticalisatie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k WPCleaner v1.31b - Opgelost met behulp van WP:CW (Unicode syntaxis - Code 064: Link gelijk aan linktekst)
Regel 1:
'''Grammaticalisatie''' of grammaticalisering is het verschijnsel dat een [[lexicale eenheid|lexicale constructie]] in de loop der tijd als zelfstandig [[grammatica]]al of [[syntaxis (taalkunde)|syntactisch]] element gaat fungeren, en daarbij haar oorspronkelijke betekenis grotendeels of geheel verliest.
 
In zekere zin is grammaticalisatie niets meer dan een systematische doortrekking van de [[etymologie]]: patronen binnen een taal waarbij vaak voorkomende uitdrukkingen een proces van „vervaging“„vervaging“ ondergaan, worden onderzocht en als verklaring voor analoge ontwikkelingen met parallelle uitdrukkingen aangewend.
 
Prominente grammaticalisatie-experten zijn [[Elizabeth Closs Traugott]], [[Karin Aijmer]] en [[Gabriele Diewald]].
Regel 18:
Met de [[Nederlands]]e werkwoorden ''kunnen'' en ''zullen'' (dat oorspronkelijk specifiek "verschuldigd zijn" betekende, zoals ook de verwante Gotische vorm ''skulan'') is de betekenisuitbreiding met grammaticalisatie als gevolg al voor het jaar 1000 opgetreden. Het hulpwerkwoord ''gaan'' had in de [[Middeleeuwen]] nog uitsluitend de betekenis "zich verplaatsen"; enkele eeuwen later kon er ook de [[toekomende tijd]] mee worden uitgedrukt, waarmee dit werkwoord dus een echte grammaticale functie had gekregen.<ref>Joop van der Horst (2013)'' Taal op drift; lange-termijnontwikkelingen in taal en samenleving'', p. 97</ref>
 
In zowel [[Germaanse|Germaanse]] als [[Romaanse talen]] heeft de [[voltooide tijd]] zich ontwikkeld uit een eerdere constructie met het werkwoord "hebben", waarvan de letterlijke betekenis "iets of iemand in een bepaalde toestand bezitten" was. Een voorbeeld hiervan in het [[Latijn]] is ''Eam habeo visam'', wat kan worden vertaald als "Ik heb haar gezien", terwijl het heel letterlijk betekent: "Ik bezit haar in geziene toestand." Gaandeweg verschoof de betekenis van "hebben" in dit soort constructies van "bezitten" naar die van [[Grammaticale markeerder|markeerder]] van de verleden tijd, waarmee dit werkwoord er dus een grammaticale functie bij kreeg.<ref>John McWhorter (2003), The Power of Babel: A Natural History of Language, p. 29-30.</ref>
 
===Achtervoegsels en uitgangen===