Na de dood van koning Salomo werd het rijkRijk opgedeeld. De stammen [[Juda (stam)|Juda]], [[Simeon (stam)|Simeon]] en [[Benjamin (stam)|Benjamin]], samen met de [[Levi (Hebreeuwse Bijbel)|Levieten]] die de [[Joodse tempel|tempeldienst]] verrichtten, werden bekend onder de naam het ''koninkrijk Juda'', met als hoofdstad [[Jeruzalem]]. De stammen Juda en Benjamin waren samengegroeid als een stam in het zuidelijke Rijk, oftewel het koninkrijk Juda. De inwoners ervan werden Judeeërs genoemd. Oorspronkelijk waren de Joden (Judeeërs) alleen de leden van de stam Juda maar later werd de naam voor de inwoners van het koninkrijk Juda gebruikt, waarin ook leden van de andere stammen woonden.