Fabrizio Ruffo di Calabria: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 11:
 
== Afkomst en roeping ==
De kardinaalRuffo was de tweede zoon van Litterio Ruffo di Calabria, 2de hertog van Baranello, en van Giustiniana Colonna, prinses van Spinoso en markiezin Guardia Perticara. Zijn oom [[Tommaso Ruffo di Calabria]], [[Deken (college van kardinalen)|deken]] van het [[College van kardinalen]] verzorgde vanaf 1748 zijn opvoeding. In het Collegio Clementino en [[Universiteit Sapienza Rome|La Sapienza]] studeerdebehaalde hij graden in de [[canoniek rechtrechtsgeleerdheid|canoniekbeide rechten]] en civiel recht. In 1781 werd hij lid van de Apostolische Kamer (''Camera Apostolica'') als vervanger van [[Tiberio Ruffo di Calabria]]. Door [[paus Pius VI]] werd hij in 1791 benoemd tot kardinaal ''[[in pectore]]'', met de titelkerk van ''[[Santa Maria in Via Lata]]''. Hij werdontving nooit tot een hogere rang gewijd[[wijding]] dan die van [[diaken en was dus geen priester]].
 
In 1795 kreeg Ruffo [[dispensatie (kerkelijk recht)|dispensatie]] om aan het hof van [[Ferdinand I der Beide Siciliën|Ferdinando IV]] administrator van het [[Paleis van Caserta]] te worden. Hij volgde de koning in ballingschap naar [[Palermo (stad)|Palermo]].
Hij was koninklijk vicaris generaal en oprichter van de [[Sanfedismo]]-beweging. Als koninklijk gezant vertrok hij vanuit [[Palermo (stad)|Palermo]] naar Parijs om het huwelijk van keizer [[Napoleon Bonaparte|Napoleon]] en aartshertogin Maria-Louise bij te wonen. Hij kreeg het [[Légion d'honneur]].
 
De paus benoemde hem in 1817 tot [[grootprior]] van de soevereine [[Orde van Malta]] voor de [[Kerkelijke Staat]]. In 1819 kwam hij aan het hoofd te staan van de Apostolische Kamer toen hij benoemd werd tot camerlengo ( ''Camerarius Camerae Apostolicae''). In [[1823]] had hij de taak als [[kardinaal-protodiaken]] de uitslag van het [[conclaaf]] te verkondigen aan de wereld met het bekende ''[[Habemus Papam]]''.
Regel 21:
 
== Familie ==
Kardinaal Ruffo, was niet de enige in de familie die deel uitmaakte van de hoogste [[Geestelijke|clerus]]. Andere hoge geestelijken uit deze familie waren:
 
* [[Antonio Maria Ruffo di Calabria]], 1687-1753, kardinaal-priester