Pim Mulier: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
MoiraMoira (overleg | bijdragen)
minus overal geplaatste boekpromo
→‎Biografie: Zijn favoriete sport
Regel 26:
In zijn woonplaats [[Haarlem]] leerde hij zijn vrienden de regels van het ''football'' en richtte, op veertienjarige leeftijd, de eerste Nederlandse footballclub op, de [[Koninklijke HFC|Haarlemse Football Club]] (HFC; nu: [[Koninklijke HFC]]). Aanvankelijk speelde men volgens de [[Rugby Union|rugby]]-regels van het spel. De oppervlakte van de Koekamp, waar hun "worstelperk" gelegen lag, was niet egaal en in het midden van het veld stonden een paar bomen, maar dat deerde hen niet. Men speelde eromheen of maakte er gewoon gebruik van. Later werd overschakeld op ''association'', het huidige voetbal. Mulier schreef hierover: "''De eerste jaarrekeningen maakten aan ons rugbyspel een einde. De diverse papa's en mama's vroegen toelichtingen op die rekeningen. Vermoedelijk hebben we in goed Haarlemsch geantwoord: Ja pa, asse je grijpe, magge se je grijpe, waar se maar kenne. (...) Dies werd het rugby ten doode opgeschreven en gingen we in 1883 over tot association.''"
 
Tijdens zijn studie in Engeland, na de oprichting van HFC, maakte hij kennis met sporten als [[hockey]], [[bandy]] en [[tennis]] en rustte niet voordat ook die takken van sport in Nederland werden beoefend. Bandy was zijn favoriete sport.<ref>[http://www.bandybond.nl/wp-content/uploads/2012/12/120-jaar-bandygeschiedenis-in-Nederland.pdf 120 jaar bandygeschiedenis in Nederland (1891-2011)]</ref> In 1884 richtte hij te Haarlem de eerste Nederlandse tennisclub op, de Haarlemse Lawn-TennisClub. Ook werd dankzij hem op een bevroren vijver de eerste bandy-wedstrijd gespeeld, een soort ijshockey met een hockeystick en een bal. Uit dat bandy kwam het veldhockey voort. Ook tijdens zijn studietijd in [[Lübeck]] bleef hij zich met sport bezighouden. In 1886 organiseerde hij de eerste [[voetbal]]wedstrijd binnen de [[Duitsland|Duitse]] landsgrenzen. Daarna studeerde hij in [[Zweden]], waar hij bij de [[Saami|Lappen]] leerde [[skiën]] en [[jacht (activiteit)|jagen]]. Hij verbeterde zelfs een paar van hun beste skitijden.
 
Teruggekeerd in Nederland wijdde hij zich volledig aan [[atletiek]]. Nog in 1886 werd hij Nederlands kampioen op de 350 meter en twee jaar later won hij de [[Engelse mijl (atletiek)|mijl]] te [[Oostende]]. Ook op papier propageerde hij de sport. Als [[journalist]] gaf hij kracht en vaart aan het in 1888 opgerichte tijdschrift ''Het Sportblad''. Hij schreef boeken over atletiek, voetbal, [[wintersport]], [[cricket]] en de [[hengelsport]]. Zijn actieve sportbeoefening leed niet onder zijn schrijven. Zijn devies was snelheid en dat paste hij dan ook toe waar hij kon. In 1890 reed hij op de schaats langs elf [[Friesland|Friese]] steden. Zijn notities daarvan zijn de grondslag geweest voor de organisatie van de officiële [[Elfstedentocht]]en, waarvan de eerste overigens pas in 1909 zou worden gehouden.