Louis Vierne: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
JortFokkens (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
JortFokkens (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 34:
In 1909 gingen Vierne en zijn vrouw uit elkaar. Zij verliet hem voor de [[orgelbouwer]] [[Charles Mutin]], degene aan wie hij zijn tweede orgelsymfonie had opgedragen. Voor de componist was dit een grote schok. Hij trok met Jacques in bij zijn moeder, de beide andere kinderen bleven bij zijn ex.
 
Daarmee was de reeks tegenslagen nog lang niet voorbij. Viernes moeder overleed in 1911 aan [[nierfalen]], en slechts vier dagen later overleed [[Alexandre Guilmant]] aan dezelfde ziekte. In 1913 bezweek zijn 10-jarige zoon André aan [[tuberculose]]. In 1915 liet de [[sopraan (zangstem)|sopraan]] Jeanne Montjovet, die sinds 1911 zijn vriendin en [[Muzen#Afgeleide betekenissen|muze]] was geweest, hem in de steek. In 1917 resp. 1918 stierven, beiden in Franse [[dienstplicht|krijgsdienst]], zijn 17-jarige zoon Jacques en zijn 40-jarige broer [[René Vierne|René]], ook organist. Vooral de dood van Jacques is Vierne nooit te boven gekomen. De rest van zijn leven werd hij gekweld door schuldgevoel, omdat hij zijn minderjarige zoon toestemming had gegeven om als soldaat te vechten in de [[Eerste Wereldoorlog]].
 
;Musicus
[[Bestand:Louis vierne aux orgues.jpg|thumb|left|300px|Vierne aan het orgel in 1927]]
De jonge Vierne kreeg zijn eerste muzieklessen van zijn oom [[Charles Colin]], [[hoboïst]] en organist en winnaar van de [[Prix de Rome]]. .Hij werd van 1881 tot 1890 opgeleid aan het Institut National des Jeunes Aveugles (het nationale blindeninstituut). Hij won er de eerste prijs voor zowel viool als piano. Hij ging daarna studeren aan het [[Conservatoire national supérieur de musique|Conservatoire de Paris]], waar hij korte tijd les had van [[César Franck]]. Na diens spoedige overlijden studeerde hij verder bij [[Charles–Marie Widor]]. In 1894 won hij de ''Prix du Conservatoire'', waarna hij Widors assistent werd in zowel de [[Église Saint-Sulpice]] als het Conservatoire de Paris. In die tijd werd Vierne zelfs 'Widor-junior' genoemd. Toen Widor daar werd opgevolgd door [[Alexandre Guilmant]], werd hij ook diens assistent.
 
In 1900 werd hij na een competitie uit 50 kandidaten uitverkoren tot [[organist-titularis]] aan de [[Notre-Dame van Parijs]]. Vierne werd vermaard om zijn [[improvisatie (muziek)|improvisaties]] op het [[manuaal|vijfmanualige]] [[Cavaillé-Coll]]-orgel in deze [[kathedraal]]. Onder zijn trouwe toehoorders bevonden zich beroemde Parijzenaars als [[Auguste Rodin]] en [[Georges Clemenceau]].
 
In 1911 was het de bedoeling dat hij de overleden Guilmant zou opvolgen als orgeldocent aan het Conservatoire de Paris. Toen hij verwikkeld dreigde te raken in een conflict tussen zijn leermeester Widor en de directeur [[Gabriel Fauré]] - die allebei voor hem de rol van mentor vervulden - liet hij de baan aan [[Joseph Bonnet]] en nam de wijk naar de [[Schola Cantorum van Parijs]] van zijn vriend [[Vincent d'Indy]].
 
InOp 12 juli 1916 vertrok hijVierne naar [[Zwitserland]] om genezing te zoeken voor zijn [[glaucoom]],. zonderNa datde operatie van 9 oktober 1918 traden complicaties op en Vierne moest zes maanden in een donkere kamer blijven. ditDe resultaatoperatie hadmislukte. [[Henri Büsser]] nam in de Notre-Dame tijdelijk zijn plaats in. ToenVierne hijkwam op 12 april 1920 weer terug in Parijs, inmiddelshij was toen geheel blind,. Eenmaal in 1920 naar Parijs terugkeerde, vond Vierne dat hij geen affiniteit meer had met de nieuwe generatie musici. De jonge zangeres Madeleine Richepin hielp hem bij het vinden van nieuwe leerlingen, het publiceren van zijn composities en het opbouwen van een nieuwe carrière als concertorganist. Zij was een nicht van de dichter [[Jean Richepin]], wiens poëzie Vierne gebruikte voor de [[lied]]erencyclus ''Le poème de l'amour'' uit 1924. Hoewel tijdgenoten haar betitelden als zijn 'amoureuse', was dat waarschijnlijk niet het geval. Zij trouwde met Lucien Mallet, die Viernes huisarts werd.
Tussen 1925 en 1927 maakte Vierne - met Madeleine als begeleidster - concert[[tournee]]s naar [[Engeland]], de [[Verenigde Staten]] en [[Canada]]. Daarbij inspireerden de vier tonen van de '[[Big Ben]]' in [[Londen]] hem tot het bekende orgelstuk ''[[Beiaard|Carillon de]] [[City of Westminster|Westminster]]'', terwijl de klokken van de Parish church of St. Mary in [[Hinckley (Hinckley and Bosworth)|Hinckley]] in [[Leicestershire]], die hem een hele nacht hadden wakker gehouden, de bron vormden voor ''Lex Cloches de Hinckley''. Het doel van deze reizen was fondsen te werven voor de restauratie van het orgel in de Notre-Dame. Toen het instrument gereed was, wijdden Widor en Vierne het samen in op een feestconcert op 10 juni 1932.