'''Carel Marie baron Brantsen''' ([[Arnhem]], [[30 oktober]] [[1834]] - [[De Steeg]], [[14 januari]] [[1909]]) was een Nederlands[[Nederland]]s politicus.
==PersoonlijklevenFamilie ==
Carel Marie Brantsen werd in 1834 geboren op kasteel [[Zypendaal]] te Arnhem. Hij was een zoon van Derk Willem Gerard Johan Hendrik Baronbaron Brantsen (1801-1851), onder andere lid van het College van Gedeputeerde Staten van Gelderland, en Jacoba Charlotta Julia Baronesbarones van Heeckeren (1802-1882) met wie hij in 1827 in het huwelijk was getreden. Carel Marie was het vijfde kind uit dit huwelijk waaruit 8acht kinderen werden geboren. Hij was een broer van Willem Gerard Baronbaron Brantsen (1831-1899), lid van de Tweede en de Eerste Kamer, lid van de Raad van State en kamerheer van Koningkoning Willem III en Koninginkoningin Wilhelmina. Hij trouwde in 1873 in Vorden met Jacqueline Sophie Gravingravin van Limburg Stirum (1845-1922). De bruiloft werd gevierd op Dede [[Wiersse]]. Uit dit huwelijk werden vier kinderen geboren: jonkvrouwejkvr. Amelia Jacqueline Julie Brantsen (1875-1951), Jacob Carel Julius Baronbaron Brantsen (1877-1944), Vivian Jacob Lodewijk Tom Baronbaron Brantsen (1880-1954) en jonkheerjhr. Carlo Alberto Brantsen (1883-1954).
==Loopbaan==
Brantsen werd in 1860 op 26-jarige leeftijd burgemeester van [[Angerlo]] (nu Gemeentegemeente [[Zevenaar]]), een functie die hij bekleedde van 1860 tot 1878. In 1851 was hij na de dood van zijn vader eigenaar geworden van het landgoed [[Wielbergen]] te Angerlo dat naast het landgoed en landhuis [[Bingerden]] is gelegen. In 1869 gaf hij aan de architect des konings L.H. Eberson de opdracht tot het bouwen van het landhuis Wielbergen dat in de jaren 1869-1873 gerealiseerd werd. Na het overlijden van zijn oom mr. Jacob P.J.Th Brantsen (1803-1880), burgemeester van [[Rheden]], erfde Carel Marie het landgoed en huis [[Rhederoord]] te [[De Steeg]]. Na een verbouwing heeft Carel Marie met zijn gezin Rhederoord bewoond tot aan zijn overlijden in 1909. Hij was in Rheden onder andere voorzitter van de Hervormde Kerkvoogdij en heeft zich ingezet voor de restauratie van de Dorpskerkdorpskerk en toren van Rheden. Wielbergen werd verhuurd, on deronder andere aan de familie Van Heeckeren van Kell-van AldenburghAldenburg Bentinck die na 1919 Rhederoord zouden gaan bewonen.
In 1884 werd hij gekozen tot lid van Provinciale Staten van Gelderland. Op 14 november 1888 werd hij voor het kiesdistrict Lochem bij een tussentijdse verkiezing met gering verschil tot Tweede Kamerlid gekozen voor de Anti Revolutionaire Partij (1879 1888- 19801891). Hij speelde in die functie geen opvallende rol en werd in 1891 door Cornelis Lely verslagen. Nadien werd hij gedeputeerde van Gelderland (1892-1904).
** drs. T.P.G. Kralt (eindred.) ''Wielbergen en de familie Brantsen. De lotgevallen van een landgoed en Victoriaans landhuis in Angerlo'', Waanders Uitgeverij, Zwolle, 2008, ISBN 9789040085451 NUR 693
