Hendrik Wagenvoort: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
ColdBOT (overleg | bijdragen)
k Afkortingen voluit, replaced: o.a. → onder andere (2) met AWB
Regel 3:
Wagenvoort begon zijn studie klassieke talen te Utrecht in 1904 en promoveerde daar in 1911 op [[Horatius]]' Oden. Daarna studeerde hij een half jaar in [[Göttingen (stad)|Göttingen]] bij de beroemde classici Friedrich Leo, Jakob Wackernagel en [[Paul Wendland]]. Terug in Nederland werd hij leraar te [[Arnhem]]<ref>Hier had hij als collega [[Alexander Sizoo]], die later ook hoogleraar zou worden.</ref>. Daarna was hij van 1919 to 1924 leraar in [[Den Haag]]. In 1924 werd hij benoemd tot hoogleraar Latijn te [[Groningen (stad)|Groningen]] als opvolger van [[Jacobus van Wageningen]]; in 1930 werd hij te [[Utrecht (stad)|Utrecht]] benoemd als opvolger van zijn leermeester [[Pieter Helbert Damsté|P.H. Damsté]]. Men kan zeggen dat met zijn aantreden de focus verlegd werd van de traditioneel filologische benadering van klassieke (Latijnse) teksten naar een meer cultureel-antropologische benadering. Wagenvoort begeleidde in Utrecht maar liefst 36 promovendi, onder wie [[Gilles Quispel]] en [[Ida Gerhardt]]<ref>Quispels proefschrift uit 1943 was getiteld: ''De bronnen van Tertullianus' adversus Marcionem'', dat van Ida Gerhardt uit 1942 was: ''Lucretius: De Natuur en haar Vormen. Boek I-V, vertaling en verantwoording''.</ref>. In 1956, op 70-jarige leeftijd, ging hij met [[emeritaat]]<ref>In de bundel ''Pietas'' is (op blz. xi-xx) een ''In Memoriam Hendrik Wagenvoort'' opgenomen, van de hand van zijn opvolger te Utrecht, H.L.W. Nelson. Hieraan zijn bovenvermelde gegevens ontleend.</ref>. Wagenvoort is lid geweest van het Curatorium van de [[Thesaurus Linguae Latinae]].
 
Zijn hele leven door heeft Wagenvoort talloze maatschappelijke functies buiten de universiteit bekleed, o.a.onder andere als bestuurslid van het Utrechtse Diaconessenhuis, de Utrechtse Openbare Leeszaal en de Utrechtse Volksuniversiteit. Hij was voorzitter van het Nederlands Genootschap van Godsdiensthistorici, en van 1951-1960 was hij president van het [[Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek|ZWO]]. Hij was lid van zowel de [[Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen]] als van de [[Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten]], alsmede eredoctor van de [[Universiteit van Gent]]. Wagenvoort was [[Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau]].
 
== Publicaties ==
Regel 10:
* 1918 ''Seneca's Phaedra''. Deel: I: inleiding en aantekeningen, deel II: Nederlandse vertaling.
* 1924 ''Pietas''. Inaugurele rede bij zijn aantreden als Hoogleraar te Groningen.
* 1927 ''Varia Vita''. Zeer origineel 'schoolboek' met als ondertitel: ''Schets van de geestelijke stromingen in Rom een Italië van omstreeks 200 vóór tot 200 na Chr.'' Bevat o.a.onder andere hoofdstukken over de Romeinse religie, Oosterse Mysteriën, de [[Stoa]] en andere filosofische stromingen, het tijdperk van [[Imperator Caesar Augustus|Augustus]], en het Monotheïsme. Daarnaast bevat het boek een selectie Latijnse teksten die de betreffende onderwerpen illustreren. De aanvankelijke werktitel van dit boek luidde: ''Geestelijke stroomingen in den Keizertijd''. (Vele herdrukken.)
* 1929 ''Vergils Vierte Ekloge und das Sidus lulium''.
* 1930 ''Pax Augusta. Gedachten over Wereldvrede in het Augusteïsch Tijdvak''. Inaugurele Rede bij zijn aantreden als hoogleeraar te Utrecht<ref>''Hij opende zijn colleges te Utrecht met een inaugurele rede, getiteld "Pax Augusta". (.. .) Er moet mij hier even van het hart, dat dit de beste inaugurele rede is, die ik ken.'' (J.H. Waszink: ''Levensbericht H. Wagenvoort'', in: Jaarboek KNAW, 1976, blz. 240.</ref>.