Kerklatijn: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Jean-Pierre Remy (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Jean-Pierre Remy (overleg | bijdragen)
refs
Regel 13:
Het is in die periode dat de christelijke gemeenschap het Latijn begint te gebruiken voor haar boeken. Zij hebben een Latijn nodig dat niet alleen de hogere klassen aanspreekt, maar dat een taaleigen heeft dat door het volk begrepen wordt, maar vreemd genoeg is het niet in Rome dat het Kerklatijn zal ontstaan. De christen gemeenschap in Rome was Grieks sprekend, de liturgie werd in het Grieks gevierd en de eerste theologen en kerkvaders spraken en schreven Grieks tot in de tijd van Hippolytus die in 235 stierf. Essentieel was de situatie in Gallië dezelfde.
 
In de Afrikaanse provincie van het [[Romeinse Rijk]] was Grieks ook de taal van de intelligentsia, maar in de derde eeuw sprak het grootste deel van de gelovigen Latijn en dat werd dan ook stilaan de taal van de Afrikaanse kerk. [[Tertullianus]] (ca. 160-230) begint nog in het Grieks te schrijven maar zijn latere werk is in het Latijn. Door de nood aan Latijnse versies van de heilige boeken ontstaan de eerste christelijke boeken in het Latijn die we kennen. Het zijn een aantal Latijnse versies van (delen van) de Bijbel die meestal de “[[Vetus Latina]]” genoemd worden. Het zijn meestal zeer letterlijk uit het Grieks vertaalde teksten die onderling zeer sterk kunnen verschillen. Bij het begin van de 3e eeuw circuleert er een versie in [[Carthago]] die we terugvinden in de Codex [[Scriptorium van Bobbio|Bobbiensis]] (4e eeuw). Een versie die circuleerde in Gallië en Italië is terug te vinden in de Codex Veronensis (eind 5e eeuw), volgens Metzger zou dit het type van tekst zijn waarop Hiëronumus zich baseerde voor de Vulgaat. <ref>Bruce M. Metzger, ''The Text of the New Testament: Its Transmission, Corruption, and Restoration'', Oxford University Press 2005, p. 102.</ref> Een andere versie die men de “Itala” noemt is terug te vinden in de Codex Brixianus. Deze vertalingen waren gemaakt op basis van de Septuagint. Er circuleerden zodanig veel versies dat [[Paus Damasus I]] aan [[Hiëronymus van Stridon|Hiëronymus]] de opdracht gaf om een standaard vertaling te maken, dit werd de [[Vulgaat]]. <ref>Ref. H. P. V. Nunn, M.A., An introduction to Ecclesiastical Latin, 1958 Oxford, Basil Blackwell, pp.3-4</ref>
 
Maar naast de anonieme schrijvers die de Griekse [[Septuagint]] vertalen in het Volkslatijn beginnen ook meer erudiete schrijvers in het Latijn te schrijven. De eerste onder hen is Tertullianus die aan de wieg staat van het Kerklatijn. Een groot aantal nieuwe woorden die in het Latijn niet voorkwamen worden toegevoegd, dikwijls zijn het gelatiniseerde Griekse termen zoals baptisma, charisma, extasis, idolatria, prophetia, martyr, etc. of wettelijke termen maar in een andere betekenis gebruikt zoals ablutio, gratia, sacramentum, saeculum, persecutor, peccator. Maar er worden ook veel nieuwe woorden toegevoegd die afgeleid zijn van Latijnse termen zoals annunciatio, concupiscentia, christianismus, coeaeternus, compatibilis, trinitas, vivificare. Ook [[Cyprianus]] schrijft in het Latijn en hij houdt zich meer aan de klassieke stijl, wat ook het geval is voor Augustinus die vooral door zijn prediking veel heeft bijgedragen tot het Kerklatijn.<ref>[http://www.newadvent.org/cathen/09019a.htm Ecclesiastical Latin, Catholic Encyclopedia, 1913]</ref>
 
Hiëronymus levert op zijn beurt een substantiële bijdrage aan het Kerklatijn met zijn geschriften en met de publicatie van de Vulgaat. Hiëronymus zou de Hebreeuwse Bijbel vertaald hebben naar het Latijn, maar volgens Nunn baseerde hij zich hierbij sterk op de Vetus Latina en deed hij geen poging om het Latijn te gebruiken dat we van hem kennen uit zijn originele geschriften. Zijn versie is dus eerder een revisie van de Vetus Latina dan een nieuwe vertaling <ref>Nunn, 1958, p.5</ref> en het taalgebruik is in de Vulgaat zeer sterk gebaseerd op het [[vernaculair]]e Latijn. Ook voor het Nieuwe Testament maakte hij geen nieuwe vertaling, maar beperkte zich tot een revisie van de Vetus Latina.
 
Merk op dat deze Vulgaat voor de meeste middeleeuwers de voornaamste bron van Latijn zal zijn en zelfs de tekst waarmee velen Latijn zullen leren want andere teksten in het Latijn waren maar bekend bij een zeer klein aantal geleerden. Deze versie van het Kerklatijn heeft dus een zeer grote invloed gehad op het Latijn gedurende de middeleeuwen.