Egbert I van Meißen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 21:
'''Egbert I van Meißen''' (ca. 1036 - [[1068]]) was een Saksische graaf uit het geslacht der [[Brunonen]]. Hij was de tweede zoon van graaf [[Liudolf van Brunswijk]] en Gertrudis van Billung.
 
Van zijn vader erfde hij, tezamen met zijn broer, in [[1038]] het markgraafschap [[Brunswijk (land)|Brunswijk]]. Voor zijn Oostfaalse bezittingen was hij leenman van de bisschop van [[Hildesheim (stad)|Hildesheim]]. In 1057 werd Egbert in één klap een belangrijke hoveling: een groep Saksische opstandelingen, onder leiding van Otto, de buitenechtelijke zoon van [[Bernard II van Brandenburg]], probeerde in een hinderlaag de zesjarige [[Hendrik IV (keizer)]] en zijn moeder [[Agnes van Poitou (1024-1077)]] te vermoorden. Egbert en zijn broer [[Bruno II]] kwamen Hendrik en zijn moeder te hulp en wisten de aanval af te slaan. Bruno sneuvelde bij de gevechten en Egbert werd zwaargewond. Egbert genas en kreeg als beloning naast zijn eigen functies, ook de functies die zijn broer had gehouden. In die rol was hij vazal van de bisschop van [[Bremen (stad)|Bremen]]. Ook trouwde hij in dat jaar de bijna twintig jaar oudere Ermengard[[Irmengard van Susa]], weduwe van [[Otto III van Zwaben]], dochter van [[Manfred II Olderik van Turijn]] en een verwante van de keizerlijke familie.
 
In 1058 nam Egbert deel aan de expeditie tegen graaf [[Floris I van Holland]]. In 1063 besliste hij in de stiftkerk van [[Goslar (stad)|Goslar]], de bloedige vete tussen de bisschop van Hildesheim en de abt van [[Fulda (stad)|Fulda]] in het voordeel van de bisschop. Een koninklijk onderzoek naar de gang van zaken concludeerde dat Egbert daarbij geen misdaad had begaan. Egbert was in 1062 één van de deelnemers aan de ontvoering van de minderjarige Hendrik IV, wat een coup was tegen het regentschap van diens moeder. Toen Hendrik in paniek van een schip in de Rijn sprong, is Egbert hem nagesprongen en heeft hem zo het leven gered. Na de politieke ondergang van bisschop Adelbert van Bremen in 1066, wist Egbert zijn Friese goederen aan diens leenheerschap te onttrekken.