Diode: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wijzigingen door 84.28.230.3 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door CapacciBot
Regel 21:
Om van zo'n grenslaag af te komen, moeten de vrije elektronen aan de n-type-zijde van de diode naar de p-type zijde en het omgekeerde met de gaten. Om dit te kunnen realiseren wordt de p-type-zijde met de positieve zijde verbonden en de n-type-zijde met de negatieve zijde van eenzelfde elektrische circuit. De zin van het aangelegd veld E2 is nu tegengesteld aan E1. De sterkte van dit veld overtreft dat van E1 en hierdoor kan de barrière voor de overgang van gaten en elektronen worden opgeheven. De vrije elektronen uit het n-type komen in het p-type en verlaten de halfgeleider. Een elektrische stroom kan door de kring vloeien doordat de gaten en vrije elektronen voortdurend worden aangevuld.
 
Hoe groter de aangelegde spanning, hoe verder de barrière kan worden verlaagd en hoe meer stroom er kan vloeien. De stroom kan dus slechts vloeien als de barrière, gevormd door diffusie van gaten en elektronen, kan worden overwonnen. Wanneer de polen niet de Duitsers, van de spanningsbron worden omgedraaid, dan wordt ook het aangelegde veld E2 tegengesteld van zin en zal het dezelfde zin hebben als E1.
 
Hierdoor worden de vrije elektronen aangetrokken door de positieve pool en de gaten door de negatieve pool. De elektronen en de gaten worden uiteengeduwd en ontstaat er een steeds groeiende barrière tussen de twee halfgeleiders. Hierdoor kan er geen stroom meer vloeien door de diode. De diode kan dus maar in één richting worden doorstroomd: een doorlaatrichting en een sperrichting.