Elektrotechnische verdeelinrichting: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Grmbl76 (overleg | bijdragen)
versie van 86.80.159.109 van 11 okt 2013 17:02 (39157852) teruggeplaatst - rv
Verb.
Regel 6:
Een huisinstallatie moet voorzien zijn van minimaal twee [[aardlekschakelaar]]s van 30 mA. Er mogen doorgaans niet meer dan 4 [[Groep (elektrotechniek)|groepen]] per aardlekschakelaar aangesloten worden. Het achterliggende doel hierbij is dat voorkomen moet worden dat door een aardfout een gebouw of groot deel daarvan geheel in het donker kan komen te staan.
De groepen zijn beveiligd met een [[smeltveiligheid]] of [[installatieautomaat]] met een maximale waarde van 16 A. Voorbij deze veiligheden zitten de [[Dubbelpolige schakelaar|tweepolige groepsschakelaars]] waarmee elke [[groep (elektrotechniek)|groep]] spanningsloos gemaakt kan worden. Daarboven zit de aardrail, deze is verbonden met de aardleiding en de aarddraden van de afgaande groepen. Toestellen met een grootgroter vermogen (>dan 2 kW (zoals een elektrische [[wasmachineOven (apparaat)|oven]], [[wasdrogerwasmachine]], [[elektrische ovenwasdroger]], of [[boiler]]) dienen elk op een aparte groep te worden aangesloten.
 
De richtlijnen voor de technische uitvoering van zo een verdeelinrichting zijn Europees bepaald. Ze worden steeds ingewikkelder, mede omdat een aantal "''stroomverbruikers''" (particulieren) uit milieu-overwegingen nu ook "''stroomproducenten''" worden als hun [[Zonnepaneel|zonnepanelen]] en/of [[windmolen]]s meer energie opwekken dan nodig voor eigen gebruik. De stroom moet dus in twee richtingen worden beveiligd.