Bethlehem (Doetinchem): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Pompidombot (overleg | bijdragen)
k Help mee!, replaced: DoetinchemDoetinchem met AWB
k Miniatuur_in_het_Plenarium_van_het_klooster_Bethlehem_Doetinche.jpg is op Commons verwijderd. Fastily: No source since 11 December 2013: you...
Regel 28:
==Plenarium==
Zover bekend zijn alle [[Getijdenboek|getijdenboeken]] van het klooster verloren gegaan, op één na, het zogenaamde plenarium, een boek met de volledige teksten van alle evangeliën die op de zon- en feestdagen gelezen dienen te worden. Het plenarium zat bij de archiefstukken die I.A. Nijhoff in 1828 'ontdekte' in het stadhuis van Zutphen en overgebracht werden naar het Provinciaal Archief. Deze gaf het in bewaring aan het Gemeentemuseum, het latere Historisch Museum, nu erfgoedcentrum te Arnhem.
 
[[File:Miniatuur in het Plenarium van het klooster Bethlehem Doetinche.jpg|thumb|left|Miniatuur in het Plenarium van klooster Bethlehem Doetinchem <ref>Gemeentemuseum Arnhem: ''De geboorte'', miniatuur, Gelderland 13de eeuw</ref>]]
Het handschrift bestaat uit 175 bladen perkament. Op zes achterzijden, de bladen 2 tot 7, zijn miniaturen geschilderd, die gedateerd zijn in de tweede helft 13de eeuw <ref>G.J. Hoogewerff (1936):''Noord-Nederlandse Schilderkunst'', Den Haag p. 32 ev</ref>. De band bestaat uit twee eikenhouten borden die belegd zijn met verschillende versierselen uit verschillende tijden. In het voorplat is een ivoren reliëf ingelegd met de voorstelling van Christus aan het kruis. In de rand zijn oorspronkelijk acht stenen geplaatst, waarvan er nog drie over zijn. Het geheel is omrand met dertiende-eeuwse zilveren bloemmotieven. Ze zijn afgezet met een bandje van verguld gegraveerd zilver van iets latere datum. Op de hoeken staan in hoog reliëf vier medaillons die de vier evangelisten symboliseren. Tussen de medaillons aan de boven- en onderzijde zijn Christusfiguren aangebracht. Op de zijden zijn grote kristallen aangebtacht. <ref> A.W. Byvanck (1927) in: het Oudkundig Jaarboek, 7e jaargang p. 135-139</ref>