Heinrich Albert (componist): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 11:
In 1634 reisde Albert samen met zijn neef [[Heinrich Schütz]] naar [[Kopenhagen]]. Hij kwam terug met een opdracht van het Deense hof voor een compositie.
 
In 1636 stichtte de dichter [[Robert Roberthin]] in Koningsbergen het ''Gesellschaft der Sterblichkeit Beflissener'', een gezelschap dichters en musici die zich bezighielden met het geestelijke lied. Tot de kring behoorden Johann Stobäus, de dichter [[Simon Dach]] en ook Heinrich Albert. De tien à twaalf leden kwamen bijeen in de tuin van Albert. Albert kweekte pompoenen, vandaar dat de vriendenkring zich ook wel Kürbishütte (‘pompoenenkas’) noemde. De leden lazen er hun gedichten voor en musiceerden samen. In 1641 kwam daaraan een eind, toen de gemeentelijke overheid de tuin onteigende omdat ze daar woningen wilde neerzetten. Een liederencyclus van Albert heet ''Musikalische Kürbishütte''. De liederen zijn geschreven voor drie stemmen en [[basso continuo]]. Ze zijn vermoedelijk geschreven door drie dichters: Dach, Roberthin en Albert zelf.
 
In 1638 trouwde hij met Elisabeth Stark, dochter van de [[waag]]meester in de stadskern [[Kneiphof]]. Het paar zou vijf kinderen krijgen.