Gaius Marius: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
JohanDeWael (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 7:
Als generaal zorgde hij voor ingrijpende veranderingen in het Romeinse leger, onder andere door de invoering van een betaald beroepsleger (waarin ook de allerarmste burgers dienst konden nemen), de herziening van de opbouw van de legereenheden en de promotiemogelijkheden voor uitblinkende soldaten (voor die tijd werden officieren voornamelijk benoemd op basis van hun politieke connecties). Samenvattend kan gesteld worden, dat hij het Romeinse leger vergaand geprofessionaliseerd heeft. Deze instelling van een beroepsleger, dat in plaats van aan de staat loyaal was aan de generaal die hen leidde, heeft in latere tijden een cruciale rol gespeeld in de Romeinse geschiedenis. Hierdoor was het voortaan gebruikelijk dat generaals hun politieke aspiraties met geweld probeerden door te drijven. De volgende eeuw was dan ook vaak het toneel van [[burgeroorlog (Rome)|burgeroorlogen]] tussen de Romeinen.
 
De veranderingen die hij invoerde in het Romeinse leger hielden in dat de staat de uitrusting betaalde voor de soldaten. Dat zorgde ervoor dat ook het proletariaat het leger in kon. Dit was noodzakelijk omdat vóór de veranderingen soldaten hun eigen uitrusting moesten betalen. Daarom waren de meeste soldaten boeren. Toen rijke Romeinen op het platteland gingen wonen, leidde dit ertoe dat boeren van hun land gejaagd of uitgekocht werden. Zodoende gingen de boeren in de stad wonen, waar ze geen of weinig werk konden vinden en zo werden zij arm. Het proletariaat groeide daardoor enorm en het aantal boeren slonk enorm. Hierdoor werd het steeds moeilijker voor Rome om aan soldaten te komen. De oplossing werd bedacht door Gaius Marius. Het Romeinse leger werd omgevormd tot een staand beroepsleger in plaats van een leger van halve [[huurlingen]]. Verdere veranderingen die Marius doorvoerde als consul, waren dat soldaten een contract tekenden bij de Romeinse staat, waardoor ze 25 jaar zouden dienen in het leger, om dan aan het eind met pensioen te gaan en beloond te worden met een stuk land en een groot deel van hun salaris, dat was ingehouden. Dit werden de [[Romeins legionair|legionair]]s, en alleen Romeinse burgers mochten dit. Niet-Romeinen mochten een ander contract tekenen, waarbij ze na dezelfde periode, als de legionairs met pensioen gingen, een vergelijkbare beloning kregen (maar dan wat lager) en het Romeinse staatsburgerschap verwierven, wat hun extra rechten en belastingkortingen opleverde. Dit waren de [[auxilia]]. De auxilia werden vaak gebruikt om grenzen te verdedigen en als lichte infanterie. De legionairs werden gebruikt om grote aanvallen af te slaan en om het imperium uit te breiden. Auxilia werden meestal ingezet in andere gebieden alsdan waar ze vandaan kwamen, om de kans op opstanden te verkleinen. DoordatOmdat legionairs niets te verliezen hadden wat, ze nietwaren bij zich droegen (ze warennamelijk altijd ongetrouwd)ongehuwd, en alleen konden verdienen als soldaat bij de bevelhebber, ontwikkelden ze een grote trouw aan de bevelhebber (als deze tenminste succesvol was), waardoor deze vaak grote macht kon krijgen. Dit probeerde de senaat te bestrijden door de bevelhebbers om de paar jaar af te wisselen. Wanneer dit niet gebeurde, brachtging dathet grotevaak risico'sgoed mis, zoals wat er later gebeurde bij [[Julius Caesar]].
 
Terug in Rome wierp Gaius Marius zich op de binnenlandse politiek. Hij associeerde zich min of meer met de volkspartij, die onder de tribunen [[Lucius Appuleius Saturninus|Saturninus]] en [[Gaius Servilius Glaucia|Glaucia]] afbreuk deed aan de macht der [[Oligarchie|oligarchen]]. Maar de beide leiders werden steeds radicaler. Toen Glaucia als kandidaat voor het [[consul (Rome)|consulaat]] in 99 zijn tegenstanders liet vermoorden, verklaarde de senaat de staat in gevaar. Marius moest de orde herstellen. Hij deed dat op een kalme manier en sloot Saturninus, Glaucia en hun voornaamste aanhangers op in een openbaar gebouw. Daar werden zij door op het dak geklommen aanhangers der senaatspartij met leistenen doodgegooid. Dat incident kostte Marius zijn reputatie bij het volk. Voortaan werd hij door elke groepering in Rome gewantrouwd. Voorlopig was zijn rol uitgespeeld. De [[optimates]] heersten en maakten op schandalige wijze misbruik van hun macht. In 91 vermoordden zij de hervormingsgezinde tribuun [[Marcus Livius Drusus minor|Marcus Livius Drusus]], zoon van [[Gaius Sempronius Gracchus|Gracchus]]' [[Marcus Livius Drusus maior|concurrent]] , die onder meer burgerrecht voor de Italische bondgenoten had geëist. Daardoor kwamen de meeste bondgenoten in opstand. De rebellen stichten hierop hun eigen staat met Corfinium als hoofdstad, met een eigen [[senaat (Rome)|senaat]] en magistraten zoals die in Rome. Ze lieten hun eigen munten slaan en brachten legers op de been die herhaaldelijk de Romeinse legers versloegen. Na twee jaar vechten braken de Romeinen de opstand door iedere stad, die zich overgaf, het volledige burgerrecht te schenken.