Levenscyclusmodel van Modigliani: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
pensioenvermogen wordt hier tot het vermogen gerekend, pensioen ontvangen is dus ontsparen
→‎Concreet: dubbele weg
Regel 9:
Na het pensioen vallen de inkomsten ''(curve B)'' echter terug tot het niveau van het pensioen. De uitgaven ''(curve C)'' dalen niet in dezelfde mate en zullen hoger liggen dan de inkomsten. Dit betreft dus negatief sparen of ontsparen; dit is de oppervlakte tussen ''C'' en ''B''. Het vermogen ''(curve A)'' zal dalen.
 
==Concreet==
Tijdens de eerste jaren dat men werkt, zal men een niet zo hoog inkomen hebben. Naarmate de jaren verstrijken zal de ervaring toenemen en krijgt men een hoger inkomen. De verhouding tussen inkomsten en uitgaven wordt dan groter.
 
Een andere oorzaak voor het groter worden van het spaarbedrag is dat men in het begin vaak schulden zal hebben door de vele investeringen. Het is pas later, na bijvoorbeeld de afbetaling van de woning, dat men actief zal bouwen aan een hoger vermogen en meer zal (kunnen) sparen.
 
Op het moment dat men met pensioen gaat, valt het inkomen terug tot het niveau van het wettelijk pensioen en een eventueel aanvullend pensioen. De inkomsten kunnen dan lager liggen dan hetgeen men uitgeeft. Men zal beginnen te knagen aan wat er vooraf gespaard werd, met een mogelijke vermogensafname tot gevolg.
 
{{appendix}}