== Test ==
== Rekenen met verhoudingen ==
Stel, we hebben de volgende opdracht : Los op: ''1 staat tot 2 dus 3 staat tot ...''
Hier een formule om dat op te lossen:
<math>B \cdot C=A \cdot D</math>
Hierbij is: A staat tot B dus C staat tot D.
En aangezien:
<MATH>2\cdot3=6</MATH>
Hier zal A het antwoord zijn: <MATH>1 \cdot A=6</MATH>
Dit kunnen we echter omdraaien: <BIG>6 / 1=A</BIG>
En, <BIG>6 / 1=6</BIG>
Dus: ''1 staat tot 2 dus 3 staat tot '''6'''''!
--------------------------------------------
Daar verhoudingen in wezen quotiënten zijn, kunnen onbekenden berekend worden steunend op rekenregels van de breuken.
Stel, we hebben de volgende opdracht: ''10 staat tot 20 is gelijkwaardig met 3 staat tot .?.''
We schrijven de verhoudingen als quotiënten en de onbekende noemen we x.
: <MATH>\frac{10}{20} = \frac{3}{x} </MATH>
We maken de breuken gelijknamig.
: <MATH> \frac{10 x}{20 x} = \frac{60}{20 x} </MATH>
Zo vindt men gemakkelijk dat x gelijk is aan 6.
|