Breedtegraad: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
The roggy (overleg | bijdragen)
toegevoegd dat afstand van 1 graad 111 km is
Label: Bewerking via mobiel
The roggy (overleg | bijdragen)
ongeveer toegevoegd
Label: Bewerking via mobiel
Regel 2:
[[Bestand:World borders sat 0 90 geostat.png|thumb|350px|Kaart van de [[aarde (planeet)|wereld]] gezien vanaf recht boven de [[noordpool]]. De parallellen lopen circulair met verschillende [[straal (wiskunde)|radii]].]]
 
De '''breedtegraad''' is samen met de [[lengtegraad]] een [[geografische coördinaten|geografische positieaanduiding]] in [[bolcoördinaten]]. De breedtegraad van een plek op Aarde is de hoek die de verbindingslijn tussen die plek en het middelpunt van de Aarde met het vlak van de [[evenaar]] maakt. De breedtegraad varieert van 0° tot 90°, met de toevoeging NB (''noorderbreedte'', ten noorden van de evenaar, op het [[noordelijk halfrond]]) of ZB (''zuiderbreedte'', ten zuiden van de evenaar, op het [[zuidelijk halfrond]]). Een graad (°) wordt onderverdeeld in 60 minuten ('), een minuut wordt onderverdeeld in 60 seconden ("). Een minuut op een [[grootcirkel]] komt overeen met een afstand van een [[zeemijl]] of 1852 meter. Een graad komt overeen met een afstand van ongeveer 111 km. Een [[Parallel (geografie)|parallel]] of breedtecirkel is de lijn die alle punten verbindt met dezelfde geografische breedte. Alle parallellen lopen evenwijdig aan elkaar en zijn denkbeeldige horizontale lijnen in oost-westelijke richting over de aardbol. Afgezien van de [[evenaar]] zijn dit [[kleincirkel]]s, waardoor de afstand van een minuut op een breedtecirkel afneemt met toenemende breedte, van een zeemijl op de evenaar tot nul op de [[geografische pool|polen]].
 
De '''breedtebepaling''' kan gedaan worden aan de hand van de positie en de beweging van de sterren aan de hemel. De breedte kan op het noordelijk halfrond onder meer worden bepaald aan de hand van de hoogte van de [[Poolster]]. In het ideale geval staat de Poolster op de Noordpool in het zenit (op 90°, recht boven de waarnemer) en aan de evenaar aan de horizon (op 0°).