Donkere energie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Egyptoloog (overleg | bijdragen)
+Zijbalk fysische kosmologie
Egyptoloog (overleg | bijdragen)
punt
Regel 4:
In [[1917]] had [[Albert Einstein]] al een [[kosmologische constante]] geïntroduceerd in zijn veldvergelijkingen. Omdat Einstein uitging van een statisch heelal, deed hij dit om te voorkomen dat het heelal volgens zijn theorie door de zwaartekracht zou instorten. Na de ontdekking van de uitdijing van het heelal trok Einstein het idee van deze anti-zwaartekracht in en noemde dit idee “zijn grootste blunder”.
 
[[Bestand:DarkMatterPie.jpg|miniatuur|325px|Verdeling van [[donkere materie]] en donkere energie in het [[universum]] ten opzichte van zichtbare materie volgens metingen van de [[Wilkinson Microwave Anisotropy Probe|WMAP]].]]
In de jaren negentig werd ontdekt aan de hand van de studie van verre [[supernova]]'s, het [[Supernova Cosmology Project]], dat de uitdijing van het heelal zo'n vijf miljard jaar na de [[oerknal]] is gaan versnellen. De enige manier om dit te verklaren was het introduceren van een onbekende kracht die zich gedroeg als een kosmologische constante en werkte als een negatieve zwaartekracht.