Robert Beijer: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
typo
Regel 11:
In die periode experimenteerden Belgische politiediensten met nieuwe opsporingstechnieken om drugshandel te bestrijden, naar het voorbeeld van het toen pas opgerichte Amerikaanse Drugs Enforcement Agency: infiltratie, gecontroleerde drugstransacties om handelsnetwerken op te sporen enz. Met deze technieken ging men veel verder dan wat in de Belgische recherche gangbaar was. De nieuwe methoden leidden ertoe dat politie-agenten met medeweten van hun oversten zelf in de drugshandel terechtkwamen. Deze praktijken kwamen aan het licht tijdens het ophefmakende proces in 1980 tegen het hoofd van het Nationaal Drugsbureau, rijkswachtcommandant Leon François.
 
Beijer wordt in 1977 echter gepromoveerd van zijn lokale Brusselse rijkswachtbrigade naar de opsporingsdienst van de rijkswacht, de bijzonderebewakings- en opsporingsbrigade ([[Bewakings- en opsporingsbrigade|BOB]]), eerst kort op de afdeling inlichtingverzameling en uiteindelijk bij de drugsafdeling. Vanaf dit moment werkt hij samen met [[Madani Bouhouche]], een collega die samen met hem bij de rijkswacht in dienst gegaan is.
 
Binnen de drugsafdeling van de rijkswacht bestond rivaliteit tussen verschillende teams. Naar aanleiding daarvan luistert Beijer samen met Bouhouche een aantal collega's af. Als dit aan het licht komt, wordt Beijer door zijn superieuren overgeplaatst naar de afdeling inlichtingen van de BOB. Korte tijd later besluit de rijkswachttop drastischer maatregelen te nemen en ze plaatsen hem en Bouhouche van de BOB over naar verschillende lokale brigades in Brussel, met conventioneel politiewerk in uniform. Naar Beijers eigen bewering was dit te wijten aan Bouhouches banden met [[Extreem-rechts|extreem-rechtse]] kringen. Die zouden de rijkswacht in verlegenheid gebracht hebben, zodat men de afluisterzaak aangreep om Bouhouche uit de BOB te verwijderen, en met hem Beijer, als betrokkene bij die zaak.
Regel 19:
 
==Gerechtelijk onderzoek==
Beijer krijgt voor de eerste keer met huiszoekingen en politieverhoren te maken begin 1986 na de moord op [[Juan Mendez]], ingenieur bij de Belgische wapenfabrikant [[Fabrique Nationale de Herstal|FN]] in [[Herstal]] en wapenverzamelaar. Een van de hoofdverdachtehoofdverdachten in deze moordzaak is Madani Bouhouche. Omdat hij zowel bij de rijkswacht als daarna vaak met Bouhouche heeft samengewerkt, komt ook Beijer in het vizier van het gerecht.
Wat later komt aan het licht dat Beijer als privédetective telefoons afluisterde en hij wordt een eerste keer aangehouden in de herfst van 1987, maar komt korte tijd later weer vrij dankzij bekentenissen over een netwerk van garages die hij en Bouhouche huurden onder valse naam voor verschillende zaken.