Schilderkunst van de 20e eeuw: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 9:
 
==Kunst voor de Eerste Wereldoorlog==
De twintigste eeuw begon met de restanten van de [[Jugendstil|art nouveau]], de [[optimistischOptimisme|optimistische]]e schilderkunst van bloemen, vrouwen en weelderige vormen, en die van het [[impressionisme]], met eveneens een optimistische visie op de wereld, vol feesten, dansen en ook vrouwen. Vanaf het begin van de 20e eeuw kwam er een explosie van stijlen en stromingen op gang. Stromingen aan het begin van deze eeuw waren het Russische [[suprematisme]] en [[constructivisme (kunst)|constructivisme]]. In Frankrijk had men het [[orphisme (schilderkunst)|Orphisme]], in Italië het [[futurisme]] en de [[pittura metafisica]]. Het meest invloedrijk waren echter het expressionisme en het kubisme.
 
===Kubisme===
Regel 41:
 
==Wederopbouw 1945 - 1960 ==
In deze periode kwam steeds meer de abstracte kunst op, waarbinnen ook verschillende stromingen te onderscheiden zijn, zoals de [[Colorfield Painting]] met als voorbeeld het werk [[Mark Rothko]] dat bestaat uit zeer grote, vrijwel monochrome kleurvlakken. Daarnaast bestaat het [[abstract expressionisme]] met de grote werken van [[Jackson Pollock]], die de verf met kracht op het doek smijt of laat druppelen ([[dripping]]). De [[informele schilderkunst]] stelt ook vooral de handeling van het schilderen zelf voorop, [[Action Paintingactionpainting]], het resultaat lijkt minder belangrijk. Een exponent van deze stroming (rond 1950) is [[Willem de Kooning]].
 
===Assemblage-kunst===