Von Quadt: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
+ |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 10:
Bij Souverein Besluit van 7 oktober 1814 werd Otto Wilhelm von Quadt zu Wykradt und Isny (1758-1829) benoemd in de ridderschap van [[Gelderland]], gevolgd door homologatie van de titel van graaf in 1822. Bij KB van 13 september 1817 werd een verwant van de laatste, luitenant-generaal Carel Hendrik Maurits Herman Sigismund von Quadt-Hüchtenbruck (1776-1852), benoemd in de ridderschap van Limburg met homologatie van de titel van baron.
In 1829 werden nakomelingen van de genoemde Otto Wilhelm (1758-1829) erkend te behoren tot de Duitse ''Hohe Adel'' met verlening van het predicaat Zijne Doorluchtigheid bij eerstgeboorte; een achterkleinzoon van hem, Bertram (1849-1927) werd in 1901 door prins-regent Luitpold van Beieren verheven tot vorst bij eerstgeboorte
== Vorstelijke tak ==
|