Anna Amalia van Pruisen: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k + aanvulling werklijst |
|||
Regel 5:
Ze zou een - geschiedkundig niet aantoonbare - affaire hebben gehad met de officier en avonturier [[Friedrich von der Trenck]]. Haar broer [[Frederik II van Pruisen|Frederik]] liet von der Trenck in 1745 zonder aanklacht opsluiten in de vesting [[Kłodzko|Gladz]], vermoedelijk op verdenking van spionagecontacten met zijn broer [[Franz von der Trenck]]. Amalia huwde nooit en zou in de loop der jaren steeds eigenwijzer, kwaadwilliger en sarcastischer worden, althans volgens de hofchroniqueurs.
In 1756 maakte Frederik haar [[Abt (abdij)|abdis]] van de [[abdij van Quedlinburg]]. Ze verbleef echter zelden in het klooster en bracht het grootste deel van haar tijd door in [[Berlijn]], waar zij bekend werd als [[componist]]e.
Aan het hofleven nam ze vooral deel tijdens de [[Zevenjarige Oorlog (18e eeuw)|Zevenjarige Oorlog]]. Na de [[Slag bij Hochkirch]] in 1758 bracht ze onmiddellijk een bezoek aan het legerkamp van haar broer.
Amalia's vader [[Frederik Willem I van Pruisen]], de Soldatenkoning, was niet gesteld op muziek en daarom kon ze pas na zijn dood beginnen met muziekstudie. Ze was een leerlinge van [[Johann Kirnberger]] en componeerde zelf, voornamelijk [[cantate]]s, [[Koraal (muziek)|koralen]] en [[Mars (muziek)|marsen]]. Amalia was ook een belangrijke verzamelaar van oude muziek.
|