Proefschrift: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 11:
Tot in de 20e eeuw was het niet ongebruikelijk om op [[stelling (proefschrift)|stellingen]] te promoveren. Er was in die gevallen géén [[wetenschappelijke promotie|promotie]]onderzoek gedaan. Vaak promoveerde men op de dag waarop men afstudeerde. [[Linnaeus]] promoveerde in [[1735]] in zes dagen aan de [[Universiteit van Harderwijk]]. Voor [[Christiaan Huygens]] werd een doctorstitel in de [[rechten]] - die hij nooit voerde - gekocht bij de Universiteit van [[Angers]].<ref name="Andriesse, C.D. 1993">Andriesse, C.D.: Titan kan niet slapen: een biografie van Christiaan Huygens (1993)</ref>
 
Sommige Nederlandse universiteiten verlangen dat promovendi stellingen toevoegen aan hun proefschrift, andere niet. Het is een sport geworden om de laatste stelling een "lollig" karakter te geven, in de hoop dat die de media haalt. De andere stellingen dienen echter wel degelijk een serieus karakter te hebben. het moeten vooral ''stellingen'' zijn, dat wil zeggen beweringen die niet vanzelf spreken maar wel wetenschappelijk verdedigbaar zijn. DoorAls reactie op een overmaat van al te lollige stellingen (die vaak veeleer het karakter van een [[aforisme]] dragendroegen) moetenverlangen de stellingenuniversiteiten tegenwoordig veelal dat de stellingen tevoren worden goedgekeurd door de promotor.
 
==Zie ook==