Onderwijsbevoegdheid: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 4:
Het stelsel van onderwijsbevoegdheden betreft voornamelijk het [[secundair onderwijs]]; in het lager onderwijs is het eenvoudig: onderwijzer(es); het hoger onderwijs heeft op dat punt een grotere autonomie. Zo bestaat er een uitgebreide lijst van diploma's (in deze context "'''bekwaamheidsbewijs'''" genoemd) met de daaraan gekoppelde vakken. In de regel wordt de onderwijsbevoegdheid verworven naar:
* (inhoudelijk) vak. Een [[licentiaat]] in de fysica mag uiteraard het vak fysica geven, maar bij gebrek aan kandidaten, ook het vak scheikunde en wiskunde.
* naar niveau. Zo geeft een licentiaat of [[Master (academische graad)|Master]] les aan de hoogste twee leerjaren van het secundair onderwijs (in het ASO). In de lagere jaren wordt in de regel lesgegeven door een [[regent (onderwijs)|regent]].
Op deze regel zijn tal van uitzonderingen, o.a. in het [[Beroepssecundair onderwijs|BSO]], en het [[onderwijs voor sociale promotie]]. <br>
Onderwijsbevoegdheid wordt behaald: