De ''Geometrische periode''' is een [[tijdperk]] in de [[Oude Griekenland|Grieks]]e cultuur van ongeveer 1050 tot 720 v. Chr. De periode dankt zijn naam aan de [[decoratie]] van het [[aardewerk]] op, het meestemeest bewaard gebleven materiaal. Deze periode valt uiteen in de ''Proto-Geometrische'' (1050-900 v. Chr.) en ''Geometrische'' periode (900-720 v. Chr.)
==Proto-Geometrische periode==
De ondergang van de [[Myceense cultuur|Myceense beschaving]] in de 12e eeuw v. Chr. wordt gevolgd door een periode waarin Griekenland zeer dun bevolkt is en waarvan slechts weinig materiële resten bewaard zijn. Deze duistere periode in de [[Geschiedenis van Griekenland|Griekse geschiedenis]] wordt ook wel de 'Greek Dark Ages' (middeleeuwen) genoemd. Het weinige aardewerk bestaat uit versimpelde Myceense vormen. Rond 1050 v. Chr. ontstaat in Athene een type [[pottenbakkersschijf|schijfgedraaid]] aardewerk met eenvoudige, geometrische versiering, dat zich over de Griekse wereld verspreidt.
==Geometrische Periode==
Regel 8:
==Ontwikkeling==
In deze periode ontwikkelen zich de Griekse [[stadsstaat|stadsstaten]] ([[polis (stad)|polispoleis]]). In het laatste deel van de periode worden [[kolonie|kolonië]]n gesticht in Italië en op Sicilië, de handel met het Nabije Oosten herleeft, de [[Olympische Spelen]] worden gesticht (776 v. Chr.), het [[Grieks alfabet|alfabet]] wordt overgenomen van de Phoeniciërs. Ook de [[epos|epen]] van [[Homerus]] stammen waarschijnlijk uit deze periode.
