Lodewijk IV van Frankrijk: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 14:
Hij was pas twee jaar, toen zijn vader als koning werd afgezet en vervangen door [[Robert van Bourgondië|Robert I van Frankrijk]]. Het jaar nadien al stierf Robert I, die werd opgevolgd door [[Rudolf I van Frankrijk|Rudolf]], hertog van [[Hertogdom Bourgondië|Bourgondië]]. Een medestander van Robert I, graaf [[Herbert II van Vermandois]], nam Lodewijks vader gevangen. Lodewijks moeder bracht hem in veiligheid "over zee" ("outre-mer"), naar haar familie in [[Engeland]]. Hij hield er zijn bijnaam aan over. Karel stierf in [[929]] en Rudolf regeerde nog tot zijn dood in [[936]]. [[Hugo de Grote]] (een zoon van Robert I van Frankrijk) besloot dat het handiger was om niet zelf koning te worden maar een zwakke koning op de troon te plaatsen waardoor hij zelf vooral zijn eigen belangen kon behartigen. Hugo vormde een groep van hoge edelen die Lodewijk uitnodigde om koning te worden. Koning [[Athelstan van Engeland]] onderhandelde eerst uitgebreide veiligheidsgaranties voor zijn neef voordat hij hem liet terugkeren. Lodewijk landde in 936 te [[Boulogne-sur-Mer|Boulogne]] en werd daar door Hugo en de ander West-Frankische edelen gehuldigd. Nadat Hugo voor zichzelf een bevoorrechte positie had onderhandeld, werd Lodewijk op 19 juni 936 in [[Laon]] gekroond door [[Artald van Reims|Artaldus]], de aartsbisschop van [[Reims]]. Zijn macht beperkte zich tot [[Laon]] en enkele plaatsen in het noorden van Frankrijk maar geleidelijk verwierf Lodewijk een wat sterkere positie.
In 939 bood hertog [[Giselbert II van Maasgouw|Giselbert]] van [[Hertogdom Lotharingen|Lotharingen]] aan om Lodewijk als koning te huldigen. Giselbert voelde zich namelijk steeds meer in het nauw gebracht door de politiek van zijn zwager, de nieuwe koning [[Otto I de Grote
In 940 trok Otto met een leger naar het westen om orde op zaken te stellen. Lodewijk kon niet anders dan zich terugtrekken en Lotharingen op te geven. Hugo de Grote en Herbert II van Vermandois erkenden Otto als hun koning. Hugo en Herbert belegerden in 941 Laon, dat door de zwangere Gerberga werd verdedigd. Lodewijk probeerde haar te ontzetten maar werd vernietigend verslagen. Otto dwong ondertussen [[Hugo de Zwarte]] van [[Hertogdom Bourgondië|Bourgondië]], Lodewijks enige bondgenoot van betekenis, om zich terug te trekken. Door bemiddeling van Gerberga sloten Otto, Lodewijk en Hugo in 942 vrede te [[Wezet|Visé]]. Lodewijk geeft daarbij formeel zijn aanspraken op Lotharingen op.
|