Acrylverf: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 42:
In een [[gemengde techniek]] is acrylverf uitstekend te combineren met aquarel. De combinatie met olieverf is echter problematisch. De verfsoorten zijn in dit geval natuurlijk niet goed mengbaar: water en olie stoten elkaar af. Soms wordt acrylverf voor de [[onderschildering]] van een olieverfschilderij gebruikt, maar de slechte absorptie maakt dit niet ideaal, hoewel de olieverf wel goed hecht op een acrylondergrond. Willen er echter geen barsten ontstaan, dan moet de acrylgrondering voldoende pigment of vulmiddel bevatten en dus niet verdund zijn met een acrylmedium.<ref name=referentie1>D. Kraaijpoel & C. Herenius, 2007, ''Het kunstschilderboek — handboek voor materialen en technieken'', Cantecleer, p. 183</ref> Het omgekeerde: acrylverf op een olieverflaag aanbrengen, is schildertechnisch zeer bezwaarlijk: het vocht tast de olieverffilm aan en na droging belemmert de isolerende acrylaatlaag een goede uitharding van de olie.
 
== Conservering == hallokes
In theorie is de conservering van werken uitgevoerd in acrylverf uitstekend. Door de copolymere aard van de bindmiddellaag is het niet nodig voor de flexiblisering [[weekmaker]]s te gebruiken die bij andere plasticsoorten leiden tot vergeling en uiteindelijke verbrossing. De verf geelt niet na, beschermt het pigment tegen de uitwerking van licht en heeft geen negatief effect op de ondergrond. De vochtbestendigheid is ook uitstekend en eigenlijk heeft een acrylverfschilderij geen vernislaag nodig — tenzij om de puur esthetische reden dat glansverschillen in de partijen moeten worden opgeheven. Het schoonmaken van acrylverfschilderijen is wat lastig: organische oplosmiddelen tasten de verflaag iets aan; daarom wordt meestal aangeraden simpelweg water en zeep te gebruiken, maar het vocht vormt weer een bedreiging voor vaak gebruikte dragers als schilderdoek en papier.