Aum Shinrikyo: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Nhnwiki (overleg | bijdragen)
Nhnwiki (overleg | bijdragen)
Regel 44:
=== Voor 1995 ===
 
In het midden van de jaren ’80 won Asahara maar een klein aantal leden. Hij werd wel berucht door zijn zogezegde levitaties en ontmoetingen met de Hindoegod Shiva, die hem de opdracht zou hebben gegeven om een ideale wereld te bouwen, "het Koninkrijk van Shambhala". Ook kreegverwierf hij faam door zijn ontmoetingen in 1987 in India met verscheidene belangrijke religieuze leiders, waaronder de [[Dalai Lama]]. Asahara zegt dat die laatste hem aanwees als de nieuwe leider van de boeddhisten in Japan.
[[bestand:Spot of abduction by Aum Shinrikyo at Kamiosaki Shinagawa Tokyo.jpg|300px|thumb|Plaats van de ontvoering in Shinagawa Tokyo.]]
In hetzelfde jaar 1987 kreeg de sekte zijn officiële status als religieuze organisatie. Aum’s hoofdkantoor was in Tōkyō. Er waren kleinere departementen in [[Moskou]], [[Bonn]], [[New York City|New York]], alsook in verschillende steden in Japan en [[Sri Lanka]]. In [[Fujinomiya]](富士宮) wasbevond hunzich het algemeen hoofdkwartier, met trainingscentrum. In het dorp [[Kamikuishiki]] (上九一色) had Aum een tiental gebouwen. Ze beweerden toen 30000 volgelingen te hebben in [[Rusland]], maar er was maar een trouwe kern van zo’n 200 leden. Andere buitenlandse posten hadden weinig of geen volgelingen. In Japan was de sekte daarentegen wél populair, vooral bij universitair geschoolde jongeren. De organisatie won zelfs zoveel geschoolde leden, dat ze hier hun bijnaam kregen: sekte van de elite.
 
In februari 1989 werd het opstandige lid [[Taguchi Shuji]] vermoord. Hij wilde de sekte verlaten, en dat was niet naar de wil van Asahara. Taguchi werd gewurgd door [[Tomomitsu Niimi]]. Die eerste moord was het begin van een reeks moorden door Aumleden om de sekte te beschermen.
 
In mei 1989 huurden een aantal ouders de advocaat [[Sakamoto Tsutsumi]] in, omdat hij ervaring had met nieuwe religies in Japan. In augustus van dat jaar schreef de krant [[Sunday Mainichi]] een zevendelige serie over Aum Shinrikyō. Die serie bevatte onder meer verklaringen dat Aum ledenAumleden gescheiden werden van hun families, geen contact meer mochten hebben met de buitenwereld en dat kinderen geen goede opleiding zouden krijgen. Daarop kreeg de krant een massale respons van meer dan 200 voormalige Aumleden en families die in brieven hun klachten neerschreven. Als reactie daarop werd het Aum Shinrikyō Higaisha No Kai gesticht, de vereniging van slachtoffers van Aum Shinrikyō. Aum zelf reageerde door de uitgevers en hoofdverantwoordelijken van de krant te bedreigen.
 
Rond die tijd legde Sakamoto een verkeerde bewering van Asahara bloot. Asahara beweerde dat testen (die uitgevoerd waren in de universiteit van Tōkyō) hadden bewezen dat zijn bloed uniek DNA bevatte, waardoor zijn spirituele krachten zouzouden verhogen. Uiteindelijk bleek dat die testen niet hadden plaatsgevonden.
 
In november 1989 verdween de advocaat samen met zijn eenjarige zoontje en zijn vrouw uit hun huis in [[Yokohama (stad)|Yokohama]]. Bloed van de slachtoffers en het insigne van Aum werden gevonden in hunhet huis, maar de sekte ontkende elke betrokkenheid. Er werden geen harde bewijzen gevonden die de sekte aan de verdwijningen konden linken. Aum was wel tevreden met de publiciteit. Pas in september 1995 werden de lichamen gevonden, nadat een voormalig sektelid, die betrokken was bij de verdwijning, had bekend.
 
In februari 1990 stellen Asahara en 24 andere Aumleden zich verkiesbaar voor de Kamer van Volksvertegenwoordiging in Japan. Dat deden ze met hun politieke tak [[Shinritō]] (Partij van de Hoogste Waarheid). Asahara stelde zichzelf en 25 van zijn trouwste volgelingen verkiesbaar en ze voerden hun verkiezingscampagne met aanzienlijke energie. WatAchteraf nadienbleek het een grote beschamendeflop grapte werdzijn. De bevolking kwam in opstand tegen hun verafgoding van Asahara en hun smachten naar macht. De resultaten waren summier. Asahara zelf kreeg maar een kleine 1700 stemmen in een kiesdistrict waar een half miljoen stemmen zou moeten worden uitgebracht. Een van zijn jongere collega’s, [[Jōyū Fumihiro]](上祐 史浩), kreeg zelfs honderd stemmen meer. Asahara gaf achteraf zelf toe dat het een absoluut verlies was. <ref>Dit verlies wordt [[Aum-bashing]] genoemd. </ref>
 
In april 1990 probeerden Aumleden een eerste aanval met massawapens. Ze reden met trucks door Tōkyō, Yokohama, [[Yokosuka]] en [[Narita]]. In de laadbakken van die trucks stonden grote vernevelaars waarmee ze [[botulismegif]] probeerden rond te sproeien. De aanval mislukte omdat ze een verkeerde bacteriestam hadden gebruikt. Er geraaktenraakten wel een aantal burgers gewond. Het motief was hun onlangs geleden zware verlies in de politiek.
[[Bestand:KasumigasekiSta.jpg|300px|thumb|right|Het station Kasumigaseki, een van de plaatsen delict van de saringasaanval in 1995.]]
In mei 1990 probeerde Aum een commune te stichten in de stad [[Namimo]]. De bewoners waren ertegen, en beide kanten klaagden elkaar aan. In augustus 1994 ging de stad akkoord 920 miljoen yen <ref> 920 miljoen yen was toen ongeveer 5.500.000 euro. </ref> te betalen aan Aum, met als voorwaarde dat Aum de stad zou verlaten tegen augustus 1997.
Regel 66:
In juni 1994 werd sarin zenuwgas vrijgelaten in [[Matsumoto]]. Zeven inwoners werden gedood. Het politieonderzoek concentreerde zich vooral op de inwoner die het gas ontdekte en er melding van maakte, maar er werd geen klacht ingediend tegen hem ingediend. Een rechtszitting over Aum Shinrikyō zou op dat moment plaatsvinden in Matsumoto, maar moest worden uitgesteld, omdat verscheidene van de betrokken juryleden gewond waren geraakt door het giftige gas.
 
In juli 1994 klaagden verschillende inwoners van het dorp [[Kamikuishiki]] (上九一色, zie supra) over stinkende geurenstank. Onderzoek bracht sporen aan het licht van chemicaliën die gebruikt werden in de productie van sarin.
 
 
In februari 1995 werd [[Kariya Kiyoshi]] ontvoerd op straat in Tōkyō. Zijn zus was een lid van Aum Shinrikyō, en wou een groot deel van het familiebezit aan de sekte schenken. Hij had daartegen geprotesteerd, en als reactie daarop werd hij ontvoerd. De achteraf teruggevonden auto was eigendom van een sektelid.