Punt (wiskunde): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Kleuske (overleg | bijdragen)
k Wijzigingen door Jeanwalry (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Addbot
Jeanwalry (overleg | bijdragen)
Regel 37:
[[Categorie:Meetkunde]]
[[Categorie:Topologie]]
== Zie ook ==
* [[Postulaten van Euclides]]
* [[Affiene ruimte]]
* [[Rand (topologie)|Rand]]
* [[Singulariteit (wiskunde)|Singulariteit]]
* [[Hoekpunt (meetkunde)]]
* [[Grenspunt (meetkunde)]]
* [[Raakpunt]]
* [[Snijpunt]]
* [[Buigpunt]]
* [[Dimensie (algemeen)|Dimensie]]
 
[[Categorie:Meetkunde]]
[[Categorie:Topologie]]
[[Categorie:Kosmologie]]
 
=== Punt (Kosmologisch)===
 
Het begrip punt wordt qua inhoud nog steeds beschouwd als een nulwaarde, als niets. Nochtans is het de alles omvattende start van de aanvaarde Big Bang theorie met betrekking tot onze materiële evolutie.
 
Gezien het oneindig bestaan en mogelijkheden van onze kosmos kan er niets verloren gaan of uit het niets opdagen. Het punt heeft dus een zekere waarde, zoals de fictieve lijn welke ook geen dikte noch breedte bezit. Bijgevolg dient het, naast tal van gekende verklaringen, zeker ook als een kosmisch basisbestanddeel te worden beschouwd, dat door dichtheid resulteert in grotere structuren.
 
Via turbulentie, ten gevolge van de explosie en dus beweging, is het actief door spin met richting waardoor het krachtpunt en het krachtveld.
 
Dit leidt tot het stellen van een aantal noodzakelijke vragen.
 
'''1. Wat verstaan we door het idee niets?'''
 
Dit woord kan men van uit drie invalshoeken bekijken, namelijk als bezit, gedrag en inhoud.
 
 Qua bezit duidt dit symbool op het ontbreken van iets, te zien als een telwoord, als nihil, als nul, als een rekenkundige bezitswaarde. Het is dus zonder betekenis en enkel metrisch vaststelbaar met de zintuigen.
 
 Wat het gedrag betreft gaat het om het verschil tussen gelijk en ongelijk, juist en onjuist, goed en niet goed, enzovoort. Het gaat hier om frontaal tegenover elkaar gestelde, botsende, gedachten en krachten, en dus te zien als een tot vaststelling leidende gedragswaarde.
 
 Als inhoud betreft het niets een kortzichtige denkfout, en trouwens een totaal zinledige gedachte.
 
Inderdaad in het niets, de absolute ijlheid, is de snelheid oneindig groot en grijpen vertrek en aankomst op het zelfde ogenblik plaats. Een wijziging is er onmogelijk, gezien elke actie er de reactie zelf is, en hierdoor oorzaak gelijk is aan gevolg. Dus kent het geen dichtheid noch snelheid en zelfs geen omschrijving noch beeldvorming.
 
Bovendien indien we het iets qua inhoud een nulwaarde toekennen is er volgens de logica een grens tussen iets en niets. Door die begrenzing komt het idee der oneindigheid, zelfs het bestaan van gaten bij p-n en n-p juncties en van zwarte gaten in de kosmos, hierdoor op losse schroeven te staan, en dus in het gedrang.
 
Dit woord kan zelfs niet duiden op een richtingloos en dus materieloos draagveld, en het besef dat er iets kan worden vastgesteld. Er is immers steeds een naar evenwicht strevende iets, anders is er geen bewustzijn dienaangaande mogelijk. Het niets bestaat enkel als er dienaangaande geen bewustzijn is!
 
Bekend is dat luchtbellen in een leiding de sectie verkleinen en dus niet efficiënt zijn. Gaten in de kosmos beletten door hinder zijn perpetuum mobile gedrag. Het niets is dus enkel de overgang van positief naar negatief, de plaats waar tegengestelde begrippen en toestanden elkaar ontmoeten.
 
Het niets omvat daarenboven door zijn oneindige snelheid de totale kosmos. Een doordenkertje!
 
'''2. Is het punt wiskundig te omschrijven?'''
 
Het punt is, zoals het bij de aangroei van een rij reële getallen het om een waarde als limiet gaat, dit der lengte. Zijn limietwaarde duidt tevens op de overgang van het materiële naar het immateriële aspect van het bestaan, gezien het punt zonder twijfel ook kan verdampen. De fase voor het Big Bang gebeuren.
 
Bij de ontleding der beweging steunen we ons steeds op de differentiaalrekening, doch verder dan een bepaalde afstand geraken we niet. Dus hanteren we een andere weg om de elementaire kosmische bouwsteen te benaderen.
 
Beschouwen we de ruimte, deze wordt wiskundig omschreven door de enkelvoudige term ''l''<sup>n</sup>. Hierbij staat de letterfactor (''l'') symbool voor de abstracte lijn, gezien haar limietdikte en dito breedte. De exponent duidt op het aantal dimensies, met andere woorden het aantal loodrecht op elkaar bevindende bewegingsrichtingen van de lijn.
 
Inderdaad ''l''<sup>3</sup> wijst naar een ruimte met duiding ''V'', ''l''<sup>2</sup> naar een oppervlak met duiding ''A'', en ''l''<sup>1</sup> naar een lijn met duiding ''l''. We stellen tevens vast dat naarmate de exponent een eenheid daalt men één der dimensies elimineert, tot zijn limiet. Het is er nog steeds als een ingrediënt (ingr).
 
Met die zelfde gedachtegang kunnen we zeker ook de exponent als een breukwaarde beschouwen. We elimineren zodoende met de wortelvorm (''l''<sup>1/2</sup>) logischerwijs de laatste dimensie, en belanden bij een fractie, of het ingrediënt punt, als de basisinhoud van de lijn en dus van elke structuur.
 
We kunnen immers stellen dat het punt, ''l''<sup>1/2</sup> = n.''l'', de grenswaarde is als n onbeperkt tot 0 nadert. Dit bekende verdichtingpunt staat los van de rekenkundige nul als getalwaarde. Door het op een bepaald ogenblik dus als iets statisch te beschouwen laat het toe dieper in de fysieke problemen door te dringen. Zodoende wordt het punt ook bruikbaar voor verdere berekeningen en toepassingen.
 
Om die benadering te staven passen we de laatste stelling van Pierre de Fermat toe, x<sup>n</sup>+y<sup>n</sup> = z<sup>n</sup> . Deze is voor alle waarden van n sluitend bewezen door de wiskundige Andrew Wiles op 23-06-’93.
 
Met n = 1 kunnen we x, y, en z beschouwen als de coördinaten van één punt. Hieraan is verbonden dat deze vergelijking enkel opgaat als de coördinaten de nulwaarde van ons stelsel hebben. Met andere woorden indien het nulpunt beschouwd wordt als het domein van het oneindige kleine.
 
Met n = ½ bezien we de vergelijking in functie van drie punten en wordt deze x<sup>1/2</sup>+y<sup>1/2</sup> = z<sup>1/2</sup>.
Om dit te materialiseren en te visualiseren kwadrateren we de vergelijking met resultaat x+2x<sup>1/2</sup>y<sup>1/2</sup>+y = z. Uitgezet in een stelsel bekomen we zodoende ter staving een nog groter aantal in te passen gelimiteerde ingrediënten in de ijlheid van het domein van het nulpunt der coördinaten.
 
Bovendien is bekend via de Big Bang theorie dat ons sterrenstelsel nog steeds uitdijt, waardoor elk volume met betrekking tot de tijd te beschouwen is als een co-volume. Een vorm welke zich in de drie dimensies uitzet, en wiskundig kan worden voorgesteld door het kwadraat der ruimte ''V''<sup>2</sup> = ''l''<sup>6</sup>. Zo ook duidt ''A''<sup>2</sup> = ''l''<sup>4</sup> op de expansie van het vlak, en als zeer belangrijk bewijs duidt ''l'' op deze van het punt ''l''<sup>1/2</sup>.
 
''De wortelvorm van de lengte duidt dus qua structuur op het subtiele en statische ingrediënt punt.''
 
Gezien in elk punt van de materiële ruimte slechts plaats is voor één ondeelbaar punt kunnen we het ingrediënt punt (''l''<sup>1/2</sup>) beschouwen als de reële kosmische grondstof. Die limietwaarde staat als massaloze basis los van de gravitatie van zijn milieu. Het is immers omnipresent en dus niet verplaatsbaar, wel vatbaar voor reacties met een extreme snelheid, als we de energiewaarde van deeltjes en gammastraling vergelijken.
 
''Terloops''; Kruisende lijnen, hoeveel ook in aantal, bezitten geen dikte. Hoe groter het aantal kruisende lijnen in het zelfde vlak hoe beter de waarneembare oppervlakte wordt. Dit geldt ook voor de dichtheid der punten, zij bepalen door hun ruimtelijke aanwezigheid de meetbare massa, gezien ze pas dan onderling onderhevig zijn aan hun gravitatie-effect.
 
'''3. Bezit het punt een immateriële toestand?'''
 
Gezien de Big Bang theorie enkel het materiële aspect der kosmische evolutie benadert dient er een voorhistorie te bestaan waarin geen plaats is voor het punt als substantie.
 
We vertrekken van het feit dat, gezien in de oneindigheid alle toestanden mogelijk moeten zijn, er niets kan verdwijnen noch verschijnen. Dus is het verdampen van het punt een logische en te overwegen idee.
 
Die toestand vóór het BB gebeuren is zelfs te zien als het kosmisch frame of de anima waarin alles gebeurt. Met andere woorden welke het totale onderling uitwisselbare bestaan omvat. Elke structuur bezit immers een frame om zijn onderdelen op hun plaats te houden, en om de onderlinge relatie te kunnen verzekeren.
 
'''4. Bezit het kosmisch frame, de anima, een wiskundige omschrijving?'''
 
Volgen we de gedachtegang die leidde tot het punt dan is de denkmogelijkheid in de richting van l<sup>1/3</sup>, door zijn lager exponentieel niveau, ook zeer aannemelijk.
 
Ook hier kunnen we ons steunen op de laatste stelling van Pierre de Fermat. We zien met (x<sup>1/3</sup>+y<sup>1/3</sup> = z<sup>1/3</sup>)<sup>3</sup>, en als uitkomst x+3x<sup>2/3</sup>y<sup>1/3</sup>+3x<sup>1/3</sup>y<sup>2/3</sup>+y = z, een nog groter aantal in te passen factoren dan bij het punt. Ook in de oneindigheid van het kleine, de limiet der ijlheid, is er een graad van zijn.
 
Dit frame betreft het extreem subtiele verdampte punt, wat een bewijsbare extreme snelle reactie (''d'') toelaat, dus groter dan de lichtsnelheid (c). Er bestaat immers een groot verschil in snelheid tussen deeltjesstraling en gammastraling, gezien hun gering verschil in energiewaarde.
 
''De 3e machtswortel duidt op het kosmische frame, de anima, en staat in voor de onderlinge inductie.''
 
'''5. Besluit'''
 
''Het punt speelt als frame, grondstof, en structuuronderdeel een essentiële rol in de kosmische evolutie.''
 
Zie ook WWW.Krachtpunttheorie.be