Le Crédit Lyonnais: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Staatssteun voor Credit Lyonnais |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 7:
Eind 1993 telde de bank meer dan 71.000 werknemers en een balanstotaal van bijna [[Franse frank|FRF]] 2.000 miljard.<ref name=ECCL2>[http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:1995:308:0092:0119:NL:PDF Beschikking mbt staatssteun Crédit Lyonnais], Europese Commissie, 26 juli 1995. Geraadpleegd op 22 maart 2013.</ref> De bank was wereldwijd actief met meer dan 800 vestigingen in Europe, exclusief Frankrijk. Ultimo 1993 was de Franse overheid de belangrijkste aandeelhouder met 76% van het stemrecht.<ref name=ECCL2/>
In de jaren 80 en begin jaren negentig voerde LCL een agressief krediet- en investeringsbeleid. Onder de door de socialisten benoemde Jean-Yves Haberer, die de bank van 1988 tot november 1993 leidde, verdubbelde het [[Balans (boekhouden)|balanstotaal]] van de bank en de waarde van de industriële portefeuille vervijfvoudigde naar FRF 50 miljard.<ref name=ECCL2/> Met meer dan FRF 100 miljard aan leningen aan de [[vastgoed]]sector was de bank een zeer grote partij in Frankrijk. Ten slotte deed de bank grote [[overname]]s buiten Frankrijk om de marktpositie te verstevigen waaronder de Slavenburg Bank in Nederland.<ref name=ECCL2/> De directie van Crédit Lyonnais
In 1992 en 1993 leed de bank een verlies van FRF 1,8 miljard en FRF 6,9 miljard respectievelijk.<ref name=ECCL1>[http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:1998:221:0028:0080:NL:PDF Beschikking mbt staatssteun Credit Lyonnais], Europese Commissie, 20 mei 1998. Geraadpleegd op 22 maart 2013.</ref> Deze verliezen werden ten laste van het [[eigen vermogen]] gebracht waardoor de [[solvabiliteit]], de verhouding eigen vermogen versus de naar [[Activa#Risico gewogen activa|risico gewogen activa]], onder de wettelijke verplichte 8% dreigde te komen. Op verzoek van de Franse bankentoezichthouder, de Commission Bancaire, heeft de Franse overheid steunmaatregelen genomen. In 1994 werd steun verleend in de vorm van een kapitaalverhoging ter waarde van bijna FRF 5 miljard en leningen voor onroerend goed ter waarde van FRF 40 miljard werden apart gezet.<ref name=ECCL1/>
Dit was onvoldoende en in 1995 volgde een tweede steunronde. In dit plan werd voor FRF 190 miljard, bijna € 30 miljard, aan twijfelachtige leningen afgesplitst en de verliezen hierop werden gedekt door een garantie van de Franse staat.<ref name=ECCL1/> Crédit Lyonnais werd wel verplicht een groot deel van zijn winst apart te houden om de mogelijke verliezen van de staat op deze portefeuille van leningen te compenseren. Deze terugbetaling werd over een lange periode uitgesmeerd.<ref name=ECCL1/> De rivaliserende particuliere Franse bank [[Société Générale]] reageerde heel negatief op de staatssteun. Haar topman Marc Viénot
Eind 1997 telde LCL 50.789 werknemers, waarvan iets minder dan twee derde in Frankrijk. Per diezelfde datum bedroeg het balanstotaal FRF 1.499 miljard, waarvan iets minder dan de helft betrekking had op activiteiten in Frankrijk en 32% in Europa, exclusief Frankrijk.<ref name=ECCL1/> De Franse staat had 78% van het kapitaal en 96% van de stemrechten. Op de beurs was zo’n 18% van het kapitaal genoteerd, maar deze beleggingscertificaten hadden geen stemrecht.<ref name=ECCL1/>
|