Subramanyan Chandrasekhar: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Legobot (overleg | bijdragen)
k Verplaatsing van 52 interwikilinks die op Wikidata beschikbaar zijn op d:q148109
Aanvullingen, opmaak artikel
Regel 11:
| reden = "Voor zijn theoretische onderzoek van de fysische processen die van belang zijn voor de structuur en evolutie van de sterren."
| voor = [[Kenneth Wilson]]
| metgedeeld = [[William Fowler]]
| op = [[Carlo Rubbia]]<br />[[Simon van der Meer]]
| portaal = Natuurkunde
}}
'''Subramanyan Chandrasekhar''' kortweg '''Chandra''' ([[Lahore]], [[19 oktober]] [[1910]] – [[Chicago]], [[21 augustus]] [[1995]]) was een van oorsprong [[India]]as [[Verenigde Staten|Amerikaans]] theoretisch [[natuurkundige]] en [[Nobelprijs]]winnaar.
 
Voor zijn werk op het gebied van [[witte dwergendwerg]]en kreeg Chandra in [[1983]] de [[Nobelprijs voor de Natuurkunde]]. Hij droeg verder bij aan het begrip van de stabiliteit van grote kosmische structuren, zoals spiraalstelsels[[spiraalvormig sterrenstelsel |spiraalvormige sterrenstelsels]] en aan de wiskundige theorie van [[zwart gat|zwarte gaten]]. Hij was niet de eerste in de familie die een Nobelprijs kreeg. Zijn oom, Sir [[Chandrasekhara Venkata Raman]] kreeg in 1930 de Nobelprijs voor de Natuurkunde voor de ontdekking van het [[Ramanspectroscopie|Raman-effect]].
Reeds op twintigjarige leeftijd bestudeerde hij de levenscyclus en de interne structuur van sterren en ontdekte hij dat er een limiet was aan de massa die een uitdovende [[ster (hemellichaam)|ster]] mocht bezitten alvorens deze zich verder kon ontwikkelen tot een [[witte dwerg]]. Voorbeelden van witte dwergen zijn [[Sirius (ster)|Sirius]] B en O2 Eridani B. Indien de massa groter was dan ongeveer '''1,4 maal''' die van de [[zon]] (<math>M_{\odot}</math>) dan zou de eindfase van de ster er heel anders moeten uitzien.
Zijn ontdekking werd met scepsis ontvangen, maar latere berekeningen wezen uit dat deze limiet, nu algemeen bekend als de [[Chandrasekhar-limiet]], kon uitgedrukt worden in termen van de fundamentele [[Atomaire eenheden|atoomconstanten]] en het gemiddelde [[Moleculaire massa|moleculaire gewicht]] van de materie waaruit de ster bestaat.
We weten tegenwoordig dat de sterren met eindmassa's groter dan 1,4 maal de [[zonmassa]] eindigen als
[[neutronenster]]ren en [[zwart gat|zwarte gaten]].
Voor zijn werk op het gebied van witte dwergen kreeg Chandra in [[1983]] de [[Nobelprijs voor de Natuurkunde]]. Hij droeg verder bij aan het begrip van de stabiliteit van grote kosmische structuren, zoals spiraalstelsels en aan de wiskundige theorie van zwarte gaten.
Hij was niet de eerste in de familie die een Nobelprijs kreeg. Zijn oom, Sir [[Chandrasekhara Venkata Raman]] kreeg in 1930 de Nobelprijs voor de Natuurkunde voor de ontdekking van het
[[Ramanspectroscopie|Raman-effect]]. Chandra trouwde in 1936 met de Indiase Lalitha Doraiswamy zelf ook een natuurkundige.
Op 13 oktober 1953 verkreeg hij het Amerikaans staatsburgerschap en in 1984 kreeg hij de [[Copley Medal]]. Chandra werd geboren in [[Lahore]], destijds in [[Brits-India|Brits India]] (nu [[Pakistan]]). Hij overleed in [[Chicago]], [[Illinois (staat)|Illinois]], [[Verenigde Staten|VS]]. De [[Chandra X-Ray Observatory]] is naar hem vernoemd.
 
== Biografie ==
== Wetenschappelijke loopbaan ==
Chandra werd geboren in [[Lahore]] (destijds [[Brits-Indië]], nu [[Pakistan]]) als oudste zoon en derde kind in het vier zonen en zes dochters grote gezin van Chandrasekhara Subrahmanya Ayyar en Sita Balakrishman. Zijn vader was officier in regeringsdienst bij de ''Indian Audits and Accounts Department''. Tot zijn twaalfde jaar werd hij thuis onderwezen door zijn ouders en een privéleraar. In 1918 werd zijn vader overgeplaatst naar [[Madras]] waar ook het gezin kwam te wonen.
=== Madras, Cambridge en Chicago ===
Na een periode van privaatonderwijs bezocht Chandra vanaf 1921 de Hindu High School in Triplicane, [[Madras]] en kon reeds in 1925 op 15 jarige leeftijd zijn wetenschappelijke studies aanvatten aan het Presidency College in Madras. Hoofdvakken waren wiskunde, natuurkunde en scheikunde. De hele periode werd echter gekenmerkt door een ver doorgedreven zelfstudie vooral om zich beter te bekwamen in de vakken wiskunde en natuurkunde. In 1927 maakte hij de definitieve keuze om natuurkunde te studeren voor zijn [[Bachelor of Arts|Bachelor]] diploma.
In 1928 ontmoette Chandra, de fysicus [[Arnold Sommerfeld]] tijdens één van zijn lezingen in het Presidency College en wiens boek ''Atomic Structure and Spectral Lines'' hij reeds bestudeerd had. Mede hierdoor raakte hij erg geboeid door de [[Kwantummechanica|kwantumtheorie]] van het atoom en de nieuwe [[Fermi-Diracstatistiek|kwantumstatistiek]]. Dit alles resulteerde in het schrijven van een eerste artikel in januari 1929 met de titel '' The Compton Scattering and the New Statistics'', waarvan de publicatie met de medewerking van de Britse astrofysicus [[Ralph Howard Fowler]] op eind van hetzelfde jaar verscheen in de ''Proceedings of the Royal Society''. Dit was een hele prestatie voor een 19 jarige student en het was geen verrassing dat hij in India op het einde van zijn studie een beurs kreeg om in [[Trinity College (Cambridge)]] te gaan studeren en werken. In Trinity werkten en onderwezen toen de bekende astronomen en fysici, [[Arthur Stanley Eddington]], Ralph Fowler, [[Paul Dirac]] en [[Edward Arthur Milne]].
 
=== Studie in Madras ===
Het was in 1930 tijdens zijn bootreis van India naar Engeland dat Chandra het idee had om de
Na een periode van privaatonderwijs bezocht Chandra vanaf 1921 de Hindu High School in Triplicane, [[Madras]] en kon reeds in 1925 op 15 -jarige leeftijd zijn wetenschappelijke studies aanvatten aan het Presidency College in Madras. Hoofdvakken waren wiskunde, natuurkunde en scheikunde. De hele periode werd echter gekenmerkt door een ver doorgedreven zelfstudie vooral om zich beter te bekwamen in de vakken wiskunde en natuurkunde. In 1927 maakte hij de definitieve keuze om natuurkunde te studeren voor zijn [[Bachelor of Arts|Bachelorbachelor]] diploma.
[[relativiteitstheorie]] met de nieuwe kwantummechanica te combineren en toe te passen op het sterrenmodel voor witte dwergen dat Fowler ontwikkeld had en dat tot het verrassende resultaat van de kritische massalimiet leidde.
 
In 1928 ontmoette Chandra, de fysicus [[Arnold Sommerfeld]] tijdens één van zijn lezingen in het Presidency College en wiens boek ''Atomic Structure and Spectral Lines'' hij reeds bestudeerd had. Mede hierdoor raakte hij erg geboeid door de [[Kwantummechanica|kwantumtheorie]] van het atoom en de nieuwe [[Fermi-Diracstatistiek|kwantumstatistiek]]. Dit alles resulteerde in het schrijven van een eerste artikel in januari 1929 met de titel '' The Compton Scattering and the New Statistics'', waarvan de publicatie met de medewerking van de Britse astrofysicus [[Ralph Howard Fowler]] op eind van hetzelfde jaar verscheen in de ''Proceedings of the Royal Society''.<ref>{{Citeer Dit was een hele prestatie voor een 19 jarige student en het was geen verrassing dat hij in India op het einde van zijn studie een beurs kreeg om in [[Trinity College (Cambridge)]] te gaan studeren en werken. In Trinity werkten en onderwezen toen de bekende astronomen en fysici, [[Arthur Stanley Eddington]], Ralph Fowler, [[Paul Dirac]] en [[Edward Arthur Milne]].journal
In 1932 kreeg Chandra de gelegenheid om zijn studie tijdelijk voort te zetten aan een buitenlandse universiteit of instituut. Hij koos zelf voor het [[Niels Bohr-instituut]] te [[Kopenhagen]], omdat hij wist dat hij daar vele bekende natuurkundigen van die tijd zou kunnen ontmoeten. Hij keerde terug naar Cambridge in mei 1933 om zijn doctorale thesis af te werken.
|author=S. Chandrasekhar
|year=1929
|url=http://rspa.royalsocietypublishing.org/content/125/796/231.full.pdf
|title=The Compton Scattering and the New Statistics
|journal=Proceedings of the Royal Society
|volume=125
|issue=796
|pages=231-237
|doi=10.1098/rspa.1929.0163
}}</ref> Dit was een hele prestatie voor een 19-jarige student en het was geen verrassing dat hij in India na het behalen van zijn bachelorgraad een studiebeurs kreeg om in [[Trinity College (Cambridge)]] te gaan studeren en werken. In Trinity werkten en onderwezen toen de bekende astronomen en fysici, [[Arthur Eddington]], Ralph Fowler, [[Paul Dirac]] en [[Edward Arthur Milne]].
 
=== Madras, Cambridge en Chicago ===
In 1937 kreeg Chandra van [[Otto Struve]], directeur van [[Yerkes-sterrenwacht]] in [[Williams Bay]] [[Wisconsin]] het aanbod om als geassocieerd hoogleraar bij hem onderzoek te komen doen. In deze sterrenwacht bevindt zich de grootste [[Refractor (telescoop)|refractor telescoop]] en de astronomen [[Gerard Kuiper]] en [[Bengt Georg Daniel Strömgren]] waren er de bekendste medewerkers. Hij kreeg tevens een lesopdracht aan de [[University of Chicago]].
Het was in 1930 tijdens zijn bootreis van India naar Engeland dat Chandra het idee had om de [[relativiteitstheorie]] met de nieuwe kwantummechanica te combineren en toe te passen op het sterrenmodel voor witte dwergen dat Fowler ontwikkeld had en dat tot het verrassende resultaat van de kritische massalimiet leidde.
 
In 1932 kreeg Chandra de gelegenheid om zijn studie tijdelijk voort te zetten aan een buitenlandse universiteit of instituut. Hij koos zelf voor het [[Niels Bohr-instituut]] te [[Kopenhagen]], omdat hij wist dat hij daar vele bekende natuurkundigen van die tijd zou kunnen ontmoeten. Hij keerde terug naar Cambridge in mei 1933 om zijn doctorale thesis af te werken. Van 1993 tot 1937 bleef hij verbonden aan het Trinity College. Hij trouwde in 1936 met de Indiase Lalitha Doraiswamy, zelf ook een natuurkundige.
 
In 1937 kreeg Chandra van [[Otto Struve]], directeur van [[Yerkes-sterrenwacht]] in [[Williams Bay]] [[Wisconsin]] het aanbod om als geassocieerd hoogleraar bij hem onderzoek te komen doen. In deze sterrenwacht bevindt zich de grootste [[Refractor (telescoop)|refractor telescoop]] en de astronomen [[Gerard Kuiper]] en [[Bengt Georg Daniel Strömgren]] waren er de bekendste medewerkers. Hij kreeg tevens een lesopdracht aan de [[UniversityUniversiteit ofvan Chicago]], waar hij de rest van wetenschappelijk loopbaan aan verbonden bleef.
 
Vanaf 1957 en tot in 1971 was Chandra de leidinggevende uitgever van het tijdschrift ''The Astrophysical Journal'' en nam hij alle werkzaamheden op zich die nodig waren om het tijdschrift een hoog wetenschappelijk gehalte te geven. In 1970 telde het tijdschrift 24 uitgaven met in totaal 12.000 pagina's.
 
Op 13 oktober 1953 verkreeg hij het Amerikaans staatsburgerschap en in 1984 kreeg hij de [[Copley Medal]]. Chandra werd geborenHij in [[Lahore]], destijds in [[Brits-India|Brits India]] (nu [[Pakistan]]). Hij1995 overleed in [[Chicago]], [[Illinois (staat)|Illinois]], [[Verenigde Staten|VS]]. De [[Chandra X-Ray Observatory]] is naar hem vernoemd.
 
== Wetenschappelijke loopbaan ==
Reeds op twintigjarige leeftijd bestudeerde hij de levenscyclus en de interne structuur van sterren en ontdekte hij dat er een limiet was aan de massa die een uitdovende [[ster (hemellichaam)|ster]] mocht bezitten alvorens deze zich verder kon ontwikkelen tot een [[witte dwerg]]. Voorbeelden van witte dwergen zijn [[Sirius (ster)|SiriusB]] B en [[O2 Eridani B]]. Indien de massa groter was dan ongeveer '''1,4 maal''' die van de [[zon]] (''M''<mathsub>M_{\odot{Unicode|&#x2609;}}</mathsub>) dan zou de eindfase van de ster er heel anders moeten uitzien.
 
Zijn ontdekking werd met scepsis ontvangen, maar latere berekeningen wezen uit dat deze limiet, nu algemeen bekend als de [[Chandrasekhar-limiet]], kon uitgedrukt worden in termen van de fundamentele [[Atomaire eenheden|atoomconstanten]] en het gemiddelde [[Moleculaire massa|moleculaire gewicht]] van de materie waaruit de ster bestaat. Tegenwoordig weten we dat sterren met eindmassa's groter dan 1,4 maal de [[zonnemassa]] eindigen als [[neutronenster]]ren of als [[zwart gat|zwarte gaten]].
 
=== Wetenschappelijk werk (1929 tot 1983) ===
Tijdens heel zijn loopbaan heeft Chandra blijk gegeven van een uitzonderlijke en niet verslappende wetenschappelijke activiteit en creativiteit. Men kan zeven periodes onderscheiden, die telkens begonnen met de publicatie van een aantal artikelen, brieven en monografieën en die steeds afgesloten werden met de publicatie van een boek dat nadien als een standaardwerk in het specifiek gebied werd beschouwd of kan worden beschouwd. De enormiteit van deze activiteit wordt duidelijk alleen al door het opsommen van de behandelde onderwerpen:
Tijdens heel zijn loopbaan heeft Chandra blijk gegeven van een uitzonderlijke en niet verslappende
wetenschappelijke activiteit en creativiteit. Men kan zeven periodes onderscheiden, die telkens begonnen met de publicatie van een aantal artikelen, brieven en monografieën en die steeds afgesloten werden met de publicatie van een boek dat nadien als een standaardwerk in het specifiek gebied werd beschouwd of kan worden beschouwd.
De enormiteit van deze activiteit wordt duidelijk alleen al door het opsommen van de behandelde onderwerpen:
 
#Stellaire structuur met inbegrip van de theorie van Witte Dwergen (1929-1939).
Regel 92 ⟶ 103:
* ''CHANDRA, A Biography of S. Chandrasekhar, Kameshwar C. Wali, The University of Chicago Press, 1991, ISBN 0-226-87054-5''
* ''Chandrasekhar and his Limit, Vignettes in Physics, G. Venkataraman, Universities Press (India) Ltd, 1992, Herdruk 1993, ISBN 0-86311 314 1''
{{References}}
}}
{{Navigatie winnaars van de Nobelprijs voor de Natuurkunde}}