Eiken-haagbeukenbos: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 41:
Het eiken-haagbeukenbos is van belang omwille van het grote aandeel van [[monumentale boom|monumentale bomen]] in dit bostype.
In het eiken-haagbeukenbos worden in [[België]] en [[Nederland]] zes [[sub-associatie (vegetatiekunde)|sub-associaties]] onderscheiden, die duidelijk kunnen onderscheiden worden en soms zelfs als zelfstandige associaties worden beschouwd. Ze wijzen vooral op verschillen in de bodemsamenstelling, de voedselrijkdom en het vochtgehalte in de bodem.
Een subassociatie typisch voor [[holle weg]]en met als kensoort de [[stijve naaldvaren]] (''Polystichum aculeatum'') en andere [[stikstof (element)|stikstof]]minnende soorten als [[hondsdraf]], [[grote brandnetel]] en [[gewone vlier]]. [[Syntaxoncode]] voor Nederland is 43Ab1a.
Het orchideeënrijke eiken-haagbeukenbos komt voor op steile hellingen met een ondiepe, [[kalk]]rijke ondergrond, en wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van kalkminnende orchideeën als de [[mannetjesorchis]] (''Orchis mascula''), [[purperorchis]] (''Orchis purpurea'') en zeldzamer de [[bergnachtorchis]] en het [[bleek bosvogeltje]], maar waar ook [[eenbes]], [[ruig viooltje]], [[christoffelkruid]], [[heelkruid]], [[ruig viooltje]] en [[rood peperboompje]] kunnen worden aangetroffen. Deze vegetatie is zeer gevoelig voor verruiging en gebrek aan onderhoud, waardoor [[bosrank]] en [[klimop]] de bovenhand nemen. [[Syntaxoncode]] voor Nederland is 43Ab1b.
De typische subassociatie zoals hieronder beschreven, zonder [[differentiërende soort]]en maar met een hoge [[presentie (vegetatiekunde)|presentie]] van de [[kensoort]]en voor de associatie. Ze komt voor op zware gronden zoals op [[keileem]], die vooral in het voorjaar zeer nat zijn. [[Syntaxoncode]] voor Nederland is 43Ab1c.
Het eiken-haagbeukenbos met daslook is een sub-associatie met een hoge [[presentie (vegetatiekunde)|presentie]] van de kensoorten [[daslook]] (''Allium ursinum'') en [[winterlinde]], maar ook met [[bosbingelkruid]] en [[gele anemoon]]. Het zijn traag koloniserende soorten van oude, schaduwrijke bossen met een lange ontwikkelingstijd, typisch voor [[kalk]]rijke bodems bedekt met [[klei]] of [[leem]], zoals [[colluvium|colluviale bodems]] onderaan een helling. Dit soort bos is zeer gevoelig voor verstoring en exploitatie en is best gebaat met nietsdoen. Syntaxoncode voor Nederland is 43Ab1d.
Een varenrijke sub-associatie van steile hellingen met een koel, vochtig microklimaat, meestal op het noorden gericht, met vooral [[mannetjesvaren]] (''Dryopteris filix-mas''), [[brede stekelvaren|brede]] en [[smalle stekelvaren]]. Syntaxoncode voor Nederland is 43Ab1e.
Een sub-associatie met een hoge presentie van [[witte klaverzuring]] (''Oxalis acetosella'') en [[dalkruid]], met in de struiklaag vooral [[wilde lijsterbes]], [[hulst (plant)|hulst]] en [[sporkehout]], die vooral voorkomt op [[löss]] en andere vochthoudende, matig voedselrijke [[leem]]gronden, en die aansluit bij het wat voedselarmere en drogere [[beuken-eikenbos]] uit de [[klasse van de eiken- en beukenbossen op voedselarme grond]]. Syntaxoncode voor Nederland is 43Ab1f.
[[Bestand:Carpinus betulus kz1.jpg|thumb|150px|Haagbeuk]]
[[Bestand:Lime tree.jpg|thumb|150px|Kleinbladige linde]]
|