Johannes Brahms: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
verschillende verbeteringen; perfectionisme stond er twee keer in, evenals de innige vriendschap tussen Clara Schumann en Brahms; Detmold-passage in de juiste chronologie gezet (en uitgebreid)
kopjes
Regel 15:
Brahms dirigeerde veel, voornamelijk zijn eigen muziek, maar ook muziek van Bach en veel koormuziek. In de jaren [[1856]] tot [[1858]] werkte hij in [[Detmold]] aan het prinselijk [[Landestheater Detmold|hoftheater]]. Hij dirigeerde daar het koor en soms ook het orkest. In die periode gaf hij [[pianoles]]sen aan prinses Friederike, een zuster van vorst [[Leopold III van Lippe]]. Hij was in [[1863]] in Wenen dirigent van de Singakademie en gaf concerten met werken van Bach, Schumann, Beethoven en volksliederen in eigen bewerking.
 
=== MiddelbareKlassieke leeftijdtraditie ===
In [[1860]] ondertekende Brahms een manifest tegen de [[Nieuwe Duitse school|Nieuwduitse muziek]], een stroming waarvan onder anderen [[Richard Wagner]] en [[Franz Liszt]] de grote figuren waren. Brahms en zijn medeondertekenaars maakten zich hiermee niet geliefd bij de modernisten. Hij voelde zich meer thuis in de klassieke traditie van [[Johann Sebastian Bach|Bach]], [[Wolfgang Amadeus Mozart|Mozart]], [[Joseph Haydn|Haydn]], [[Ludwig van Beethoven|Beethoven]] en [[Franz Schubert|Schubert]]. In [[1862]] verhuisde hij naar [[Wenen]].
 
Na de dood van zijn moeder in [[1866]], een gebeurtenis die hem zeer aangreep, componeerde hij "[[Ein deutsches Requiem]]", een oratorium over lijden en troost. Voor dit gigantische muziekstuk maakte hij gebruik van teksten van de vertaling van [[Maarten Luther]] van de [[Bijbel (christendom)|Bijbel]], in plaats van de gebruikelijke [[Latijn]]se [[requiem (muziek)|dodenmis]]. Hij had het stuk achteraf liever het "Requiem van de Mens" willen noemen. Delen van "Ein deutsches Requiem" werden op [[Goede Vrijdag]] in 1868 met groot succes opgevoerd in de Domkerk van [[Bremen (stad)|Bremen]]. Het complete werk van zeven delen ging onder leiding van [[Carl Reinecke]] op 18 februari 1869 in première in het [[Gewandhaus]] in [[Leipzig]]. Na '"Ein deutsches Requiem" componeerde Brahms onder meer "Rinaldo", een ander groot muziekstuk voor koor en orkest, gebaseerd op teksten van [[Johann von Goethe|Goethe]].
 
=== Latere leven ===
In 1876 voltooide hij zijn [[Symfonie nr. 1 (Brahms)|eerste symfonie]], een compositiegenre waaraan hij meer dan twintig jaar had gewerkt. Deze [[symfonie]] kreeg in Wenen de bijnaam "Beethovens tiende". Hoewel Brahms het aanvankelijk wel vleiend vond om de erfgenaam van Beethoven te zijn, begon hij het later toch hinderlijk te vinden.
 
=== Tegenstelling ===
Op symfonisch gebied werd Brahms in Wenen tegenover [[Anton Bruckner]] gesteld. Bruckner vertegenwoordigde volgens de 'Brahmsianen' (ten onrechte overigens) de 'wagneriaanse' symfonie. Brahms werd door de Bruckneraanhangers (onder anderen [[Gustav Mahler]] en [[Hugo Wolf]]) als conservatief bestempeld. Beide musici verschilden op alle vlakken van elkaar (behalve dat zij hetzelfde lievelingsgerecht hadden). Onbedoeld werden beide meesters mikpunt van elkaars tegenstanders. Overigens leed Brahms er minder onder dan Bruckner. In de overige drie symfonieën wist Brahms een veel persoonlijker stijl te vinden. Deze werken kwamen in veel kortere tijd tot stand dan zijn eersteling.