MIM-104 Patriot: verschil tussen versies

Het Patriot-raketsysteem werd al ontworpen in de jaren zestig. Vanafaf [[1976]] werd het specifiek aangepast voor luchtdoelen en operationeel ingezet vanaf [[1984]]. De raket die toen in gebruik was, was het DIGITAL missile. In [[1988]] werd de technologie verbeterd naar de zogenoemde PAC-generaties (patriot advanced capability). De eerste verbetering betrof de SOJC (Stand-Off Jammer Configuration, PAC-1) die geoptimaliseerd was voor onderschepping van vliegtuigen met stoorzenders op grote afstand. Vlak voor de eerste [[Golfoorlog (1990-1991)|Golfoorlog]] werd de ATM (Anti Tactical Missile, PAC-2) in gebruik genomen, die geschikt was voor het onderscheppen van [[ballistische raket]]ten. Omdat na de [[Golfoorlog (1990-1991)|Golfoorlog]] bleek dat de ATM's zeer matig gepresteerd hadden, werd er een ontwerpverbetering doorgevoerd die bekend is onder de naam GEM (Guidance Enhanced Missile).

Het Patriotsysteem is opgebouwd rond 8 gecombineerde transport- en lanceerinrichtingen. Elke lanceerder ('launcher') kan tot 4 raketten uit de DIGITAL tot en met GEM generatie vervoeren en afvuren. Er kunnen maximaal 1616456 PAC-318 raketten op een launcher geplaatst worden (4 canisters met elk 4 missiles). Het systeem bevat verder een controlestation (ECS), een opsporingsradar en een antennegroep. Het systeem gebruikt [[track-via-missile|Track-via-Missile]] besturing en [[active radar homing]].

De minimale inzet van een mobiel lanceerstation omvat: launchingstation, radarstation, vuurleidingscentrale en een generator. Een normale inzet omvat 25 voertuigen met een mix van Standard en PACII raketten en PACIIIIkidme raketten aan boord.