Voorzetsel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Sopotra (overleg | bijdragen)
heel veel foute informatie, zie de overlegpagina
Regel 15:
==Verbuiging==
Anders dan in het [[Duits]] of in het [[Latijn]] worden ''alle'' voorzetsels in het Nederlands gevolgd door de [[vierde naamval]] (met uitzondering van het voorzetsel ''te'', dat de [[derde naamval]] of de [[zevende naamval]] regeert, zie [[het voorzetsel te]]). Het is daarom dat men wel kan zeggen "ik heb het hun gegeven" of "ik heb het aan hen gegeven" en dat "ik heb het aan hun gegeven" foutief is. Een ander voorbeeld waarbij het niet in acht nemen van deze regel in de schrijftaal tot [[contaminatie (taal)|contaminatie]] leidt, is bij andere staande naamvalsvormen; zoals "den volke kond doen". Dit wordt soms verbasterd tot "aan den volke kond doen" in plaats van "aan het volk kond doen". Indien men een voorzetsel gebruikt mag men zich dus niet meer van een [[datief]]vorm (den volke) bedienen.
 
===Let op===
Men zegt wel dat in het Nederlands alle voorzetsels (met uitzondering van ''te'') in den regel de vierde naamval (of ''accusatief'') regeren, maar dit is niet altijd het geval: in de schrijftaal wordt het [[zelfstandig naamwoord]] (op enkele vaste uitdrukkingen na) niet meer in de accusatief geplaatst, maar in de nominatief ([[eerste naamval]]), in de spreektaal wordt wel nog vaak de accusatief gebruikt (vooral in [[België]]). Dit verschijnsel doet zich enkel voor bij mannelijke woorden, daar de eerste en vierde naamval van vrouwelijke en onzijdige woorden identiek zijn (zie [[Verbuiging van het zelfstandig naamwoord]] en [[Verbuiging van het lidwoord]]). Voornaamwoorden staan echter wel altijd in de vierde naamval.
Bijvoorbeeld:
 
*Ik ga '''naar''' ''de dokter'': schrijftaal, ''de dokter'' is een zelfstandig naamwoord en staat dus in de [[eerste naamval]] ([[nominatief]])
*Ik ga '''naar''' ''den dokter'': spreektaal ([[België]]), ''den dokter'' is dus [[vierde naamval]] ([[accusatief]])
*Jos en Tim spelen '''met''' ''de bal'': schrijftaal, ''de bal'' is een zelfstandig naamwoord en staat dus in de [[eerste naamval]] ([[nominatief]])
*Jos en Tim spelen '''met''' ''den bal'': spreektaal ([[België]]), ''den bal'' is dus [[vierde naamval]] ([[accusatief]])
*'''In''' ''den regel'' regeren alle voorzetsels in het Nederlands de accusatief: vaste uitdrukking, ''den regel'' is dus [[vierde naamval]] ([[accusatief]])
*'''Op''' ''den duur'' gingen alle mannen '''aan''' ''den toog'' zitten: vaste uitdrukkingen, ''den duur'' en ''den toog'' zijn dus [[vierde naamval]] ([[accusatief]])
*De vrouw lag '''in''' ''de zon'' '''nabij''' ''het huis'': ''de zon'' is vrouwelijk en ''het huis'' is onzijdig, zodat de [[eerste naamval]] en de [[vierde naamval]] identiek zijn.
*Marina kwam '''naar''' ''mij'' toe: ''mij'' is een [[persoonlijk voornaamwoord]] en staat bijgevolg in de [[vierde naamval]] (de [[eerste naamval]] is ''ik'', ''Marina kwam naar "ik" toe'' is foutief)
*Peter liep '''om''' ''hen'' heen: ''hen'' is een [[persoonlijk voornaamwoord]] en staat bijgevolg in de [[vierde naamval]] (de vormen ''Peter liep om ze heen'' ([[eerste naamval]]) en ''Peter liep om hun heen'' ([[derde naamval]]) zijn, hoewel beide vormen tegenwoordig vaak gehoord worden, foutief)
 
Sommige voorzetsels regeren in vaste uitdrukkingen en veelal in figuurlijke betekenissen nog de [[derde naamval]]:
*De moord was '''met''' ''voorbedachten rade'' gepleegd.
*'''In''' ''den beginne'' was er niets.
*Hij is '''van''' ''goeden huize''.
 
Voorzetsels uit vreemde talen blijven hun oorspronkelijke naamvallen regeren, zelfs als deze naamvallen in het Nederlands niet voorkomen:
*'''De''' ''facto'' ([[zesde naamval]])
*'''Cum''' ''laude'' ([[zesde naamval]])
 
Zoals eerder gezegd regeert het voorzetsel ''te'' (zie [[het voorzetsel te]]) hetzij de [[derde naamval]], hetzij de [[zevende naamval]]:
*De politie kwam te laat '''ter''' ''plaatse'' ([[derde naamval]])
*We spreken af '''te''' ''mijnent'' ([[zevende naamval]])
 
==Oorsprong van voorzetsels==