Fabel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Grmbl76 (overleg | bijdragen)
k Wijzigingen door 217.27.236.185 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door EmausBot
Mexicano (overleg | bijdragen)
Regel 12:
<br />De bekendste fabeldichter uit het oude Griekenland was de legendarische, volgens de overlevering gebochelde ex-slaaf [[Aisopos]] (later gelatiniseerd tot Aesopus). Hij wordt beschouwd als de vader van de Europese fabelliteratuur, en aan hem werden vrijwel alle fabels uit de oudheid toegeschreven. Zijn aandeel in de ontwikkeling van het genre is evenwel niet met zekerheid vast te stellen, want het is zeer de vraag of hij wel echt bestaan heeft.<br />Verder hebben [[Demetrius van Phalerum]] en de Syriër [[Babrios|Babrius]] (2e eeuw na Chr.) een rol gespeeld in de ontwikkeling van de fabel. De oudst bewaard gebleven verzameling van Griekse fabels staat op naam van deze Babrius. [[Aphthonius van Antiochië]] (ca. 400 na Chr.) nam een veertigtal prozafabels op in zijn ''Retorische Vooroefeningen''.
 
De Latijnse fabelliteratuur is vrijwel geheel aan de Griekse schatplichtig. De oudste Latijnse fabel vindt men bij [[Ennius]] (''de boer en de leeuwerik''). [[Horatius]] last soms fabels in zijn werken in: onder meer ''de stadsmuis en de veldmuis'' (Satiren II, 6, 80-117) en ''de vos en de wezel'' (Brieven I, 7, 29-33). In de 1e eeuw na Chr. bewerkte [[Phaedrus (schrijver)|Phaedrus]] een aantal aesopische fabels in Latijnse [[Griekse jambe|jambische senaren]]. Deze werden later (5e eeuw?) in proza geparafraseerd onder de titel ''Romulus'' (de zgn.zogenaamde ''Latijnse Aesopus''). Rond 400 na Chr. presenteerde [[Avianus]] een bewerking in Latijnse [[distichon|disticha]] van 42 fabels van Babrius.
 
Na de Oudheid is de fabeltraditie nog voortgezet. Hoofdzakelijk via Avianus en de zgn.zogenaamde Romulus, die als schoolboeken zeer populair waren, bleven de antieke fabels in de Middeleeuwen bekend. Reeds vroeg werden ze ook in de volkstalen overgezet, waarvan de ''[[Esopet]]'', een Middelnederlandse bewerking van de aesopische fabels, een mooi voorbeeld is.
De bekendste navolger van Aisopos is echter de Fransman [[Jean de la Fontaine]].