Malacologie: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
link van dp naar juiste pagina, replaced: oa. → onder andere met AWB |
k wijziging op verzoek, zie Wikipedia:Verzoekpagina voor bots met AWB |
||
Regel 10:
Doordat het kalkskelet van mollusken, zoals schelpen en slakkenhuizen, als fossiel goed bewaard blijven en er voor de studie betrekkelijk weinig geavanceerde hulpmiddelen nodig zijn, is de studie van fossiele schelpen van oudsher van groot belang geweest in de [[geologie]]. Veel geologische tijdperken zijn oorspronkelijk herkend en beschreven op grond van de erin voorkomende fossiele mollusken. Malacologie vormde vóór ongeveer halverwege de twintigste eeuw dan ook een belangrijk onderdeel van het geologisch [[curriculum]] aan de universiteit. Dat is tegenwoordig niet meer zo. Wel wordt 'paleomalacologie' nog steeds in Engeland en Frankrijk op universitair niveau onderwezen vanwege het belang voor paleomilieu bepalingen bij archeologische opgravingen. In Nederland wordt het belang daarvan niet ingezien.
Nederland kent/kende veel bekende malacologen. De meeste hebben zich met taxonomie (als amateur of beroepsmatig) beziggehouden. Echter aan universiteiten en andere onderzoeksinstelling is altijd veel onderzoek aan (of met behulp van) mollusken gedaan. Het onderzoek aan het zenuwstelsel van de [[Poelslak]] ''(Lymnaea stagnalis)'' dat over vele jaren bij de [[Vrije Universiteit Amsterdam|Vrije Universiteit]] verricht werk, is wereldberoemd. Thans wordt er malacologisch onderzoek verricht aan de [[Radboud Universiteit Nijmegen|Radboud Universiteit]], [[Naturalis]], en het [[Instituut voor Taxonomische Zoölogie]] van de [[Universiteit van Amsterdam]]. Fossiele mollusken zijn in Nederland al heel lang onderwerp van studie. Bij de voormalige Rijks Geologische Dienst (nu [[TNO-NITG]]) is heel lang molluskenonderzoek
Veel mensen verzamelen en bestuderen mollusken om uiteenlopende redenen. Sinds 1934 verenigt de [[Nederlandse Malacologische Vereniging]] amateur en beroeps malacologen. In 1961 werd de [[Belgische Vereniging voor Conchyliologie]] opgericht en in 1966 de Société Belge de Malacologie. Na de zeventiger jaren van de twintigste eeuw zijn er in Nederland meer verenigingen en stichtingen bijgekomen. Belangrijke verzamelingen bevinden zich in de musea: [[Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen|Museum voor Natuurwetenschappen (Brussel)]], [[Naturalis]], [[Natuurhistorisch Museum Rotterdam|Rotterdams Natuur Museum]] en het [[Zoölogisch Museum Amsterdam]]. Een lijst met musea met een schelpenverzameling waarop ook kleinere musea staan is [[Lijst van musea met een schelpenverzameling|hier in te zien]].
|