Niels Juel (admiraal): verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
k Repareer link naar doorverwijspagina met Zeusmodus - |
||
Regel 31:
Door zijn lange aanwezigheid in Amsterdam tussen deze expedities in, kwam Juel nauw in contact met de Hollandse scheepsbouw en alle andere vormen van nijverheid die daarbij komen kijken. Toen hij in 1656 terugkeerde naar Denemarken en als officier in dienst trad van de Deense marine was hij dan ook een volmaakt zeeman met goede kennis van zaken. Daarnaast zou het bondgenootschap tussen de Republiek en Denemarken-Noorwegen de komende jaren zeer belangrijk blijken. Voor de Republiek om haar handelsbelangen in de Oostzee, en voor Denemarken-Noorwegen om de expansiedrift van de Zweden tegen te gaan. In 1657 werd Juel tot admiraal van de Deense vloot benoemd.
Zijn grootste wapenfeiten zijn de serie overwinningen op de Zweden, die door de eeuwen heen de vijand van de Denen waren. Daarnaast vocht hij vaak zij aan zij met de Hollanders. Tijdens de [[Deens-Zweedse
Deze reputatie ontstond door zijn expertise en ervaring op tactisch gebied die hij met name aan De Ruyter te danken had. Dit betrof een zeer gewaagde manoeuvre waarbij men een deel van de vijandige vloot wist af te snijden. Als die vijandige schepen eenmaal geïsoleerd waren, werd vervolgens alle vuurkracht op dat deel van de vloot geconcentreerd. Deze manoeuvre was gewaagd omdat deze (zoals altijd in de toenmalige zeeslagen) volkomen van de wind afhankelijk was en dus van de expertise en kennis van de leidinggevende die niet alleen wendingen van de wind uit ervaring moest voorzien, maar ook het in het Engels zogenoemde "crossing the T" fenomeen moest zien te voorkomen bij het afsnijden van een deel van de vijandige vloot. Admiraal De Ruyter ontwikkelde als eerste deze tactiek en paste hem onder andere in de [[Hollandse Oorlog|Rampjaar]] toe. Admiraal [[Horatio Nelson|Nelson]] zou ook vaak van deze manoeuvre gebruik maken.
|