Graafschap Schwarzburg: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 4:
Het graafschap Schwarzburg veranderde in de [[Middeleeuwen]] door diverse acquisities en opdelingen veelvuldig van vorm. Rond 1550 waren er van die afsplitsingen nog twee takken over, die van [[Schwarzburg-Leutenberg]] en die van [[Schwarzburg-Blankenburg]]. Graaf [[Gunther XL van Schwarzburg-Leutenburg|Gunther XL]] van laatstgenoemde tak stierf in [[1552]]. Van zijn vier zoons waren er nog twee minderjarig, [[Willem van Schwarzburg|Willem]] (1534-1597) en [[Albert VII van Schwarzburg-Rudolstadt|Albert VII]] (1537-1605). Zijn twee andere zoons, [[Gunther XLI van Schwarzburg|Gunther XLI]] (1529-1583) en [[Johan Gunther I van Schwarzburg-Sondershausen|Johan Gunther I]] (1532-1586) regeerden gezamenlijk. In [[1564]] stierf de laatste graaf van Schwarzburg-Leutenberg kinderloos, zijn gebied kwam toe aan de vier genoemde broers. Schwarzburg was op dat moment verenigd. Geografisch waren er twee van elkaar gescheiden gebieden, een noordelijk ''Unterherrschaft'' rond de steden [[Sondershausen]] en [[Frankenhausen]] en een zuidelijk ''Oberherrschaft'' rond de plaatsten [[Arnstadt]] en [[Rudolstadt]].
 
In [[1567]] trouwde graaf Willem met [[Elisabeth von Schlick]]. Op haar aandringen eiste Willem zijn kwartdatkwart van de erfenis oplosgemaakt werd van het overige gebied. Na jaren van twist, waarbij zelfs beslissingen van de Duitse keizer geen effect hadden, werd in [[1571]] het [[Verdrag van Speir]] opgesteld. Gunther en Albert verkregen gezamenlijk het ''Oberherrschaft'', Willem en Johan-Gunther moesten het ''Unterherrschaft'' verdelen. Willem kreeg daarbij voorlopig slot en stad Frankenhausen, Johan-Gunter kasteel en stad Sondershausen. In [[1574]] werd, zij hetdaar zonder strijd, ook het Oberland verdeeld,. Gunther kreeg als oudste Arnstadt, Albert Rudolstadt.
 
In [[1583]] stierf Gunter XLI zonder nakomelingen. Een nieuwe strijdtwist om de erfenis leidde in [[1584]] tot het [[Verdrag van Arnstadt]]. Johan-Gunter kwam daarbij ook in het bezit van Arnstadt, zijn bezittingen lagen nu verspreid over beide helften. Hij werd de stamvader van het geslacht Schwarzburg-Sondershausen. In [[1598]] stierf graaf Willem, ook zonder nakomelingen. bij het [[Verdrag van Stadtilm]] van [[21 november]] [[1599]] kreeg Albert Frankenhausen toegewezen, zodat ook zijn bezittingen op beide gebiedshelftengebiedsdelen kwamen te liggen. Hij werd de stamvader van het geslacht [[Schwarzburg-Rudolstadt]]. De beide graafschappen hebben zo de vorm verkregen die ze tot [[1920]] zouden behouden.