Het maatschappelijk verdrag: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
T. Tichelaar (overleg | bijdragen)
openingszin?
T. Tichelaar (overleg | bijdragen)
Regel 11:
 
Dit is wat Rousseau onder het begrip ‘burger’ verstaat. Een burger handelt ten behoeve van de samenleving. Echter, omdat de burger zelf tegelijkertijd ook de samenleving ‘is’, hebben zijn algemene wil en zijn handelen dus direct betrekking op hemzelf. Op deze manier krijgt de burger burgerlijke vrijheid terug voor de ingeleverde natuurlijke vrijheid. Volgens Rousseau is vrijheid dus het jezelf de wet voorschrijven; de wet zijnde het sociale contract.{{Bron?||2012|03|19}}
 
[[Jean-Joseph Mounier]] vond dat Rousseau er absurde dromen over democratie op na hield en het idee dat [[soevereiniteit]] aan het volk toebehoorde, even absurd als de gedachte dat de generaal ondergeschikt was aan zijn soldaten, de magistraat aan haar ondergeschikten en de vader aan zijn kinderen.<ref> Craiutu, A. (2012) ''A Virtue for Courageous Minds: Moderation in French Political Thought'', 1748-1830, p. 75.</ref>
 
Zo beschermt de samenleving zichzelf als één lichaam. Soms kan een individu een individuele wil hebben die de algemene wil schaadt. In dat geval, zo zegt Rousseau, moeten de andere burgers hem dwingen de algemene wil te volgen en zodoende dwingen de burgers hem om vrij te zijn.