Alkaliniteit: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
k Wijzigingen door 82.174.122.159 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Dolledre
Regel 1:
De term '''alkaliniteit''' of '''alkaliteit''' wordt gebruikt voor zuurbufferende capaciteit. Oftewel
het vermogen van een oplossing om zuren te neutraliseren tot aan het equivalentiepunt van [[carbonaat]] of [[bicarbonaat]] (waterstofcarbonaat). De alkaliteit is gelijk aan de stoechiometrische som van de basen in oplossing. Dat wil zeggen dat de alkaliniteit kan worden berekend door eenvoudig de concentraties (in mmol/l)van alle basen bij elkaar op te tellen waarbij tweewaardige basen (die twee protonen kunnen binden) dubbel tellen en driewaardige (zoals fosfaat)drie keer. In de natuurlijke omgeving (grondwater, zeewater, land-oppervlaktewater) wordt de alkaliteit voor het grootste deel bepaald door de ionen carbonaat en bicarbonaat. Andere componenten die kunnen bijdragen zijn boraat, hydroxide, fosfaat, silicaat, nitraat, opgelost ammoniak, de geconjugeerde basen van sommige organische zuren en sulfide. De eenheid die vaak voor alkaliteit wordt gebruikt is mEq/L (milliequivalent per liter).
 
In het waterbeheer wordt alkaliteit praktisch gebruikt voor de indeling van watertypen. De Europese Kaderrichtlijn Water schrijft voor dat EU lidstaten de waterlichamen indelen naar watertype. De indeling gebeurt door elk van de lidstaten op basis van door de EU vastgestelde criteria waaronder stroomsnelheid, vorm, oppervlakte, geologische ondergrond en
waterdiepte). Ook de alkaliteit speelt voor een aantal watertypen een rol. In het waterbeheer wordt gesproken van buffering. In de Nederlandse type-indeling komt bijvoorbeeld het type M12 voor: ''Kleine, ondiepe, zwak gebufferde plassen (vennen)''. De buffering (alkaliteit) ligt voor dit type tussen de 0,1 en 1 mEq/liter (Referenties en maatlatten voor natuurlijke watertypen voor de Kaderrichtlijn Water, STOWA rapport 2007-32, Rijkswaterstaatrapport 2007.018, ISBN 978.90.5773.383.3). De eigenschappen die een watertype definiëren zijn bepalend voor de flora en fauna die in het water kan voorkomen. Voor vennen is de mate van buffering (alkaliteit) mede bepalend voor de aanwezige of mogelijke vegetatie (o.a. E. Brouwer, H. van Kleef, H. van Dam, J. Loermans, G.H.P Arts & J.D.M. Belgers; Effectiviteit van herstelbeheer in vennen en duinplassen op de middellange termijn. B-WARE Research Centre, Nijmegen, 2009)
 
[[Categorie:Base]]