De onderdelen van de klassieke ontsteking zijn: de onderbreker (de 'contactpuntjes'); de bobine; de condensator, de stroomverdeler en de bougie. Hieronder worden deze eerst afzonderlijk besproken waarna uiteen wordt gezet hoe deze onderdelen samenwerken.
HetDe periodiek[[onderbreker]] onderbrekenzorgt vanervoor dat de stroom door de bobine werdperiodiek gedaanwordt dooronderbroken. deDe [[onderbreker]],bestaandevormt uitelektrisch gezien een breekschakelaar[[schakelaar]] (demet twee ''contactpunten''), rechtstreeks op, of bediend door een meedraaiende as op de [[nokkenas]].
In modernere motoren wordt dit geregeld door een elektronische ontsteking met een optisch of magnetisch gestuurde onderbreker, meestal een [[Hall-sensor]]. Het ontstekingstijdstip wordt dan veelal geregeld door een elektronische stuureenheid va het [[computer]]gestuurde ''motor management systeem'', de ''[[electronic control unit]]'' (ECU).